Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitpuilen (to bulge) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
puil uit
puilt uit
puilt uit
puilen uit
puilen uit
puilen uit
Present perfect tense
heb uitgepuild
hebt uitgepuild
heeft uitgepuild
hebben uitgepuild
hebben uitgepuild
hebben uitgepuild
Past tense
puilde uit
puilde uit
puilde uit
puilden uit
puilden uit
puilden uit
Future tense
zal uitpuilen
zult uitpuilen
zal uitpuilen
zullen uitpuilen
zullen uitpuilen
zullen uitpuilen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitpuilen
zou uitpuilen
zou uitpuilen
zouden uitpuilen
zouden uitpuilen
zouden uitpuilen
Subjunctive mood
puile uit
puile uit
puile uit
puile uit
puile uit
puile uit
Past perfect tense
had uitgepuild
had uitgepuild
had uitgepuild
hadden uitgepuild
hadden uitgepuild
hadden uitgepuild
Future perf.
zal uitgepuild hebben
zal uitgepuild hebben
zal uitgepuild hebben
zullen uitgepuild hebben
zullen uitgepuild hebben
zullen uitgepuild hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgepuild hebben
zou uitgepuild hebben
zou uitgepuild hebben
zouden uitgepuild hebben
zouden uitgepuild hebben
zouden uitgepuild hebben
Present bijzin tense
uitpuil
uitpuilt
uitpuilt
uitpuilen
uitpuilen
uitpuilen
Past bijzin tense
uitpuilde
uitpuilde
uitpuilde
uitpuilden
uitpuilden
uitpuilden
Future bijzin tense
zal uitpuilen
zult uitpuilen
zal uitpuilen
zullen uitpuilen
zullen uitpuilen
zullen uitpuilen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitpuilen
zou uitpuilen
zou uitpuilen
zouden uitpuilen
zouden uitpuilen
zouden uitpuilen
Subjunctive bijzin mood
uitpuile
uitpuile
uitpuile
uitpuile
uitpuile
uitpuile
Du
Ihr
Imperative mood
puil uit
puilt uit

Examples of uitpuilen

Example in DutchTranslation in English
puilt uit
Hij puilt uit in het midden, zesduizend lichtjaar dik Maar bij ons is hij slechts duizend lichtjaar breed		It bulges in the middle, six thousand light years thick but out by us it's just a thousand light years wide

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitbuilen
do
uithuilen
cry
uitkeilen
do
uitpellen
weed
uitpuffen
unwind
uitputten
bulge
uitzeilen
sail

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uithangen
hang out
uitknagen
do
uitknokken
do
uitnijpen
do
uitpeinzen
do
uitplanten
plant out
uitpuffen
unwind
uitputten
bulge
uitrollen
unroll
uitruimen
unload

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bulge':

None found.