Uitgroeien (to grow) conjugation

Dutch
41 examples

Conjugation of uitgroeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
groei uit
I grow
groeit uit
you grow
groeit uit
he/she/it grows
groeien uit
we grow
groeien uit
you all grow
groeien uit
they grow
Present perfect tense
heb uitgegroeid
I have grown
hebt uitgegroeid
you have grown
heeft uitgegroeid
he/she/it has grown
hebben uitgegroeid
we have grown
hebben uitgegroeid
you all have grown
hebben uitgegroeid
they have grown
Past tense
groeide uit
I grew
groeide uit
you grew
groeide uit
he/she/it grew
groeiden uit
we grew
groeiden uit
you all grew
groeiden uit
they grew
Future tense
zal uitgroeien
I will grow
zult uitgroeien
you will grow
zal uitgroeien
he/she/it will grow
zullen uitgroeien
we will grow
zullen uitgroeien
you all will grow
zullen uitgroeien
they will grow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitgroeien
I would grow
zou uitgroeien
you would grow
zou uitgroeien
he/she/it would grow
zouden uitgroeien
we would grow
zouden uitgroeien
you all would grow
zouden uitgroeien
they would grow
Subjunctive mood
groeie uit
I grow
groeie uit
you grow
groeie uit
he/she/it grow
groeie uit
we grow
groeie uit
you all grow
groeie uit
they grow
Past perfect tense
had uitgegroeid
I had grown
had uitgegroeid
you had grown
had uitgegroeid
he/she/it had grown
hadden uitgegroeid
we had grown
hadden uitgegroeid
you all had grown
hadden uitgegroeid
they had grown
Future perf.
zal uitgegroeid hebben
I will have grown
zal uitgegroeid hebben
you will have grown
zal uitgegroeid hebben
he/she/it will have grown
zullen uitgegroeid hebben
we will have grown
zullen uitgegroeid hebben
you all will have grown
zullen uitgegroeid hebben
they will have grown
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgegroeid hebben
I would have grown
zou uitgegroeid hebben
you would have grown
zou uitgegroeid hebben
he/she/it would have grown
zouden uitgegroeid hebben
we would have grown
zouden uitgegroeid hebben
you all would have grown
zouden uitgegroeid hebben
they would have grown
Present bijzin tense
uitgroei
I grow
uitgroeit
you grow
uitgroeit
he/she/it grows
uitgroeien
we grow
uitgroeien
you all grow
uitgroeien
they grow
Past bijzin tense
uitgroeide
I grew
uitgroeide
you grew
uitgroeide
he/she/it grew
uitgroeiden
we grew
uitgroeiden
you all grew
uitgroeiden
they grew
Future bijzin tense
zal uitgroeien
I will grow
zult uitgroeien
you will grow
zal uitgroeien
he/she/it will grow
zullen uitgroeien
we will grow
zullen uitgroeien
you all will grow
zullen uitgroeien
they will grow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitgroeien
I would grow
zou uitgroeien
you would grow
zou uitgroeien
he/she/it would grow
zouden uitgroeien
we would grow
zouden uitgroeien
you all would grow
zouden uitgroeien
they would grow
Subjunctive bijzin mood
uitgroeie
I grow
uitgroeie
you grow
uitgroeie
he/she/it grow
uitgroeie
we grow
uitgroeie
you all grow
uitgroeie
they grow
Du
Ihr
Imperative mood
groei uit
grow
groeit uit
grow

Examples of uitgroeien

Example in DutchTranslation in English
'Buig de jonge boom zodat hij kan uitgroeien tot een flinke boom.'"You got to bend the saplin' for it to grow up to be a proper tree."
- Ik laat het uitgroeien.Yeah, I'm growing it out.
- Ik weet veel van volwassen mannen met oren waar radars uitgroeien- I know a lot of grown men With radar dishes coming out of their ear.
- Of uitgroeien tot een machtige held.Or it could grow to be a powerful hero.
Als dat jongentje had geweten in wat voor monster hij zou uitgroeien... dan was hij in mijn armen gerend en had gesmeekt hem te redden.If that boy had known the creature he would one day grow up to be, he'd have leapt into my arms and begged me to save him.
Duw onze dope erdoor, groei uit naar het zuiden.Push our dope, grow the business east.
'Politieke macht groeit uit de loop van een geweer'."Political power grows out of the barrel of a gun."
Cyper groeit uit de lichamen van Atrians.Cyper grows from the bodies of Atrians.
Een liefde die groeit uit respect, liefde, vertrouwen, gemene belangen.A love that grows in time out of respect, love, trust, common interest.
Het groeit uit haar stuitbeen.It's growing off her coccyx.
Het groeit uit zwaar werk en gezonde investeringen.It grows out of hard work and sound investment.
- Jullie groeien uit elkaar.You'll grow apart.
En deze jonge trevally's groeien uit tot grote rovers op het buitenste rif.And these young trevally will grow up one day and be major predators on the outer reef.
En z'n snotneus begint te groeien uit z'n neus.And this snot bubble, it starts growing out of his nose.
En ze groeien uit onze borst...And they grow out of our...chest, solar plexus?
Er is jij en een jongen genaamd D.B., en de nationale pers korps, die, net als chimpansees, schattig zijn als baby's, maar groeien uit tot behoorlijk gemeneriken.That's actually great, because there is no us. There is you, a guy named D.B., and the national press corps, who, like chimps, are cute as babies, but grow up to be quite mean.
'Niet langer een stal jongen, hij was uitgegroeid tot een sterke, knappe man.'"No longer a stable boy, he had grown into a strong, handsome man."
- Ze is er uitgegroeid.- She's outgrown them all!
Ah, je bent uitgegroeid tot een vrouw.Ah, you've grown a women over the winter.
Bezet door de UNAMI Indiase stam voor honderden jaren, werd Staten Island gekocht door het Engelsen in 1670, en is sindsdien uitgegroeid tot een land van grote etnische en financiële diversiteit, waar artsen, effectenmakelaars, en advocaten naast... politie, brandweer, rioleringswerkers wonen.Occupied by the Unami Indian tribe for hundreds of years, Staten Island was bought by the English in 167 O and has since grown into a land of great ethnic and financial diversity, where doctors, stockbrokers, and lawyers reside right next to cops, firemen, and sanitation men.
Binnen één jaartje, Millie, ben je uitgegroeid tot 'n aardige jonge vrouw.In one year, Millie, in one short year, you've grown into a fine young woman.
De man begon met één kraampje en dat groeide uit tot een landelijke keten.Guy started off with a single roadside produce stand, which he grew into a nationwide supermarket chain.
De vegetatie die groeide uit de grondThe vegetation that grew from the ground.
De verwarring groeide uit tot chaos.Confusion grew to chaos.
Een afgesneden stukje plant groeide uit tot een exacte duplicaat van de donor.A cutting taken from a plant and transplanted grew to be the exact duplicate of the donor plant.
En dat groeide uit tot liefde.Then like grew to love.
- We groeiden uit elkaar.- We grew apart.
Anderen groeiden uit tot gigantische proporties.Others grew to gigantic sizes.
De bloemen van de revolutie groeiden uit het bloed van onze martelaren.The flowers of the Revolution grew from the blood of our martyrs.
Jullie groeiden uit elkaar.You grew apart.
Nee, we groeiden uit elkaar.No, we grew apart.
Als je er als 'n echte vrouw wilde uitzien, had je grijze uitgroei en wallen onder je ogen.Look, if you wanted to look like a real woman, you would let your roots grow out and get some bags under your eyes.
Wat doen ze als haar uitgroei zichtbaar wordt... en iemand haar herkent?What do they do, her hair grows out, when they see that red hair somebody recognizes her?
Dat je hoopt dat dit uitgroeit tot een relatie.Well, you know. Where you want this to... to grow into a relationship where...
Die uiteindelijk uitgroeit tot onderdrukking , de tweede fase .That's the whispering, the footsteps, the feeling of another presence which ultimately grows into oppression, the second stage.
Dus de pappa beer plant z'n zaad in de mamma beer, dat uitgroeit tot een ei.So, the daddy bear plants his seed in the mommy bear and it grows into an egg.
En de wees die uitgroeit tot een groot leider.And then the orphan who grows up to be a great leader.
En die plant, en die uitgroeit tot een baby, die steeds groter, en groter wordt... en uiteindelijk een reus wordt, die het jongetje vastpakt.And the seed grows into a little baby that starts to grow and grow and grow... Until it's a big giant who catches the little boy and eats him alive.
Een beschaving die uitgroeide tot de beschaving van Soemerië en Babylonië.Civilization that grew into the civilization of Sumer and Babylonia.
Wij tolereerden bandeloosheid in het land tot het uitgroeide tot duivelse proporties.We tolerated lawlessness in the land until it grew to diabolical proportions.
...die uitgroeiden tot drie erg verschillende vrouwen....who grew up to be three very different women.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontgroeien
outgrow
uitbloeien
cease blossoming
uitbroeien
do
uitgloeien
do
uitvloeien
liquify

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'grow':

None found.
Learning languages?