Ontgroeien (to outgrow) conjugation

Dutch
24 examples

Conjugation of ontgroeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontgroei
I outgrow
ontgroeit
you outgrow
ontgroeit
he/she/it outgrows
ontgroeien
we outgrow
ontgroeien
you all outgrow
ontgroeien
they outgrow
Present perfect tense
ben ontgroeid
I have outgrown
bent ontgroeid
you have outgrown
is ontgroeid
he/she/it has outgrown
zijn ontgroeid
we have outgrown
zijn ontgroeid
you all have outgrown
zijn ontgroeid
they have outgrown
Past tense
ontgroeide
I outgrew
ontgroeide
you outgrew
ontgroeide
he/she/it outgrew
ontgroeiden
we outgrew
ontgroeiden
you all outgrew
ontgroeiden
they outgrew
Future tense
zal ontgroeien
I will outgrow
zult ontgroeien
you will outgrow
zal ontgroeien
he/she/it will outgrow
zullen ontgroeien
we will outgrow
zullen ontgroeien
you all will outgrow
zullen ontgroeien
they will outgrow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontgroeien
I would outgrow
zou ontgroeien
you would outgrow
zou ontgroeien
he/she/it would outgrow
zouden ontgroeien
we would outgrow
zouden ontgroeien
you all would outgrow
zouden ontgroeien
they would outgrow
Subjunctive mood
ontgroeie
I outgrow
ontgroeie
you outgrow
ontgroeie
he/she/it outgrow
ontgroeie
we outgrow
ontgroeie
you all outgrow
ontgroeie
they outgrow
Past perfect tense
was ontgroeid
I had outgrown
was ontgroeid
you had outgrown
was ontgroeid
he/she/it had outgrown
waren ontgroeid
we had outgrown
waren ontgroeid
you all had outgrown
waren ontgroeid
they had outgrown
Future perf.
zal ontgroeid zijn
I will have outgrown
zal ontgroeid zijn
you will have outgrown
zal ontgroeid zijn
he/she/it will have outgrown
zullen ontgroeid zijn
we will have outgrown
zullen ontgroeid zijn
you all will have outgrown
zullen ontgroeid zijn
they will have outgrown
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontgroeid zijn
I would have outgrown
zou ontgroeid zijn
you would have outgrown
zou ontgroeid zijn
he/she/it would have outgrown
zouden ontgroeid zijn
we would have outgrown
zouden ontgroeid zijn
you all would have outgrown
zouden ontgroeid zijn
they would have outgrown
Du
Ihr
Imperative mood
ontgroei
outgrow
ontgroeit
outgrow

Examples of ontgroeien

Example in DutchTranslation in English
Dan zodra ze die behoefte ontgroeien, zijn ze vrij om de volwassen keuze te maken en hun leven door te brengen met volwassen mannen met inhoud.Then once they outgrow that need, they're free to make the mature choice and live out their lives with upstanding, substantial men.
Dat geweten van je, dat zul je ontgroeien.This conscience of yours, you will outgrow it.
Dat ik op 'n dag dit alles zou ontgroeien.That one day I might outgrow all this.
De wereld is piraten aan het ontgroeien. Zulke tenminste.Well, the world is fast outgrowing pirates, of that sort anyway.
Dekennis dat ik zou ontgroeien aldiegevoelensvan onveiligheid en ontoereikendheid enopeengegevenmoment,ikzou bloeien in de veilige, zelfverzekerd, Kick-asspersoon ik altijd had moeten zijnThe knowledge that I would outgrow all those feelings of insecurity and inadequacy and, at some point, I'd blossom into the secure, confident, kick-ass person I was always meant to be.
- Wanneer ontgroei je hem nu eens?- When are you going to outgrow him?
Als je getrouwd bent ontgroei je bepaalde dingen uit je leven.When you get married, you start outgrowing certain parts of your life.
Hé, Hill, John zegt, dat ik de Falcon Players ontgroei, en verder zou moeten gaan.Hey, Hill, John says I'm outgrowing the Falcon Players, and I ought to move on.
Tuig ontgroei je niet. Alsjeblieft, brigadier.You don't outgrow punk, sir.
En ik denk dat Bart eindelijk zijn streken ontgroeit is.And I think Bart's finally outgrown his misbehavior.
Gelukkig ben je die puberale fantasie ontgroeit.- Well, thank goodness You've outgrown that adolescent fantasy.
Hij denkt dat hij het ontgroeit is.He thinks he's outgrown it.
Ik denk dat het niet iets is, wat je ontgroeit.I guess it's not something that you outgrow.
Ik vond het prachtig op school. Maar je ontgroeit het helemaal.I mean, I loved it when I was at Radcliffe, but, all right, you outgrow it.
- Ik ben jou ontgroeid!I've outgrown you!
- Ja, die moet ze toch ontgroeid zijn.- Yes. You'd think she'd have outgrown a tin hero by now.
- Ja, maar ik ben ze ontgroeid.I know, dad, but I've outgrown them.
- We zijn u ontgroeid.We've outgrown you.
-We waren onze huwelijken ontgroeid.We were both in marriages we'd outgrown.
En toen ontgroeide ze me... en toen vertrok ze.And then she outgrew me...
Ik herinner me dat onze meester vertelde... dat het een adolescente fase was die iedereen ontgroeide.I remember our teacher telling us that it was an adolescent phase that people outgrew.
Jade ontgroeide haar alleen.Jade just outgrew her.
Misschien ga ik achter een jeugddroom aan die ik een lange tijd geleden ontgroeide, maar ik denk dat ik... ik denk dat ik dat voor mezelf moet uitvinden.Maybe I am chasing some childhood dream I outgrew a long time ago, but I think I've got to... I think I've got to find that out for myself, you know?
Misschien ontgroeide hij het?Maybe he outgrew it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontgloeien
do
ontgroenen
do
ontgronden
do
ontvloeien
do
uitgroeien
grow

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ondervragen
interrogate
onderzetten
put under
ontbloten
defoliate
ontdarmen
disembowel
ontgelden
pay for
ontgrendelen
unlock
ontgroenen
do
ontkapen
do
ontkennen
deny
ontmenselijken
dehumanize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'outgrow':

None found.
Learning languages?