Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitbroeden (to hatch out) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
broed uit
broedt uit
broedt uit
broeden uit
broeden uit
broeden uit
Present perfect tense
heb uitgebroed
hebt uitgebroed
heeft uitgebroed
hebben uitgebroed
hebben uitgebroed
hebben uitgebroed
Past tense
broedde uit
broedde uit
broedde uit
broedden uit
broedden uit
broedden uit
Future tense
zal uitbroeden
zult uitbroeden
zal uitbroeden
zullen uitbroeden
zullen uitbroeden
zullen uitbroeden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitbroeden
zou uitbroeden
zou uitbroeden
zouden uitbroeden
zouden uitbroeden
zouden uitbroeden
Subjunctive mood
broede uit
broede uit
broede uit
broede uit
broede uit
broede uit
Past perfect tense
had uitgebroed
had uitgebroed
had uitgebroed
hadden uitgebroed
hadden uitgebroed
hadden uitgebroed
Future perf.
zal uitgebroed hebben
zal uitgebroed hebben
zal uitgebroed hebben
zullen uitgebroed hebben
zullen uitgebroed hebben
zullen uitgebroed hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgebroed hebben
zou uitgebroed hebben
zou uitgebroed hebben
zouden uitgebroed hebben
zouden uitgebroed hebben
zouden uitgebroed hebben
Present bijzin tense
uitbroed
uitbroedt
uitbroedt
uitbroeden
uitbroeden
uitbroeden
Past bijzin tense
uitbroedde
uitbroedde
uitbroedde
uitbroedden
uitbroedden
uitbroedden
Future bijzin tense
zal uitbroeden
zult uitbroeden
zal uitbroeden
zullen uitbroeden
zullen uitbroeden
zullen uitbroeden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitbroeden
zou uitbroeden
zou uitbroeden
zouden uitbroeden
zouden uitbroeden
zouden uitbroeden
Subjunctive bijzin mood
uitbroede
uitbroede
uitbroede
uitbroede
uitbroede
uitbroede
Du
Ihr
Imperative mood
broed uit
broedt uit

Examples of uitbroeden

Example in DutchTranslation in English
Eieren uitgebroed in hete mest.Eggs hatched out in hot dung.
Jullie lijken op twee vogels die een nest slangen hebben uitgebroed.You look like two birds who have hatched out a nestful of snakes.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitbloeden
bleed
uitbranden
burn
uitbreiden
expand
uitbroeien
do
uitbrommen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hatch out':

None found.