Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

toelakken

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of toelakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lak toe
I do
lakt toe
you do
lakt toe
he/she/it does
lakken toe
we do
lakken toe
you all do
lakken toe
they do
Present perfect tense
heb toegelakt
I have done
hebt toegelakt
you have done
heeft toegelakt
he/she/it has done
hebben toegelakt
we have done
hebben toegelakt
you all have done
hebben toegelakt
they have done
Past tense
lakte toe
I did
lakte toe
you did
lakte toe
he/she/it did
lakten toe
we did
lakten toe
you all did
lakten toe
they did
Future tense
zal toelakken
I will do
zult toelakken
you will do
zal toelakken
he/she/it will do
zullen toelakken
we will do
zullen toelakken
you all will do
zullen toelakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toelakken
I would do
zou toelakken
you would do
zou toelakken
he/she/it would do
zouden toelakken
we would do
zouden toelakken
you all would do
zouden toelakken
they would do
Subjunctive mood
lakke toe
I do
lakke toe
you do
lakke toe
he/she/it do
lakke toe
we do
lakke toe
you all do
lakke toe
they do
Past perfect tense
had toegelakt
I had done
had toegelakt
you had done
had toegelakt
he/she/it had done
hadden toegelakt
we had done
hadden toegelakt
you all had done
hadden toegelakt
they had done
Future perf.
zal toegelakt hebben
I will have done
zal toegelakt hebben
you will have done
zal toegelakt hebben
he/she/it will have done
zullen toegelakt hebben
we will have done
zullen toegelakt hebben
you all will have done
zullen toegelakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegelakt hebben
I would have done
zou toegelakt hebben
you would have done
zou toegelakt hebben
he/she/it would have done
zouden toegelakt hebben
we would have done
zouden toegelakt hebben
you all would have done
zouden toegelakt hebben
they would have done
Present bijzin tense
toelak
I do
toelakt
you do
toelakt
he/she/it does
toelakken
we do
toelakken
you all do
toelakken
they do
Past bijzin tense
toelakte
I did
toelakte
you did
toelakte
he/she/it did
toelakten
we did
toelakten
you all did
toelakten
they did
Future bijzin tense
zal toelakken
I will do
zult toelakken
you will do
zal toelakken
he/she/it will do
zullen toelakken
we will do
zullen toelakken
you all will do
zullen toelakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toelakken
I would do
zou toelakken
you would do
zou toelakken
he/she/it would do
zouden toelakken
we would do
zouden toelakken
you all would do
zouden toelakken
they would do
Subjunctive bijzin mood
toelakke
I do
toelakke
you do
toelakke
he/she/it do
toelakke
we do
toelakke
you all do
toelakke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
lak to
do
lakt t
do

Further details about this page

LOCATION