Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terugzenden (to return) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zend terug
zendt terug
zendt terug
zenden terug
zenden terug
zenden terug
Present perfect tense
heb teruggezonden
hebt teruggezonden
heeft teruggezonden
hebben teruggezonden
hebben teruggezonden
hebben teruggezonden
Past tense
zond terug
zond terug
zond terug
zonden terug
zonden terug
zonden terug
Future tense
zal terugzenden
zult terugzenden
zal terugzenden
zullen terugzenden
zullen terugzenden
zullen terugzenden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugzenden
zou terugzenden
zou terugzenden
zouden terugzenden
zouden terugzenden
zouden terugzenden
Subjunctive mood
zende terug
zende terug
zende terug
zende terug
zende terug
zende terug
Past perfect tense
had teruggezonden
had teruggezonden
had teruggezonden
hadden teruggezonden
hadden teruggezonden
hadden teruggezonden
Future perf.
zal teruggezonden hebben
zal teruggezonden hebben
zal teruggezonden hebben
zullen teruggezonden hebben
zullen teruggezonden hebben
zullen teruggezonden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggezonden hebben
zou teruggezonden hebben
zou teruggezonden hebben
zouden teruggezonden hebben
zouden teruggezonden hebben
zouden teruggezonden hebben
Present bijzin tense
terugzend
terugzendt
terugzendt
terugzenden
terugzenden
terugzenden
Past bijzin tense
terugzond
terugzond
terugzond
terugzonden
terugzonden
terugzonden
Future bijzin tense
zal terugzenden
zult terugzenden
zal terugzenden
zullen terugzenden
zullen terugzenden
zullen terugzenden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugzenden
zou terugzenden
zou terugzenden
zouden terugzenden
zouden terugzenden
zouden terugzenden
Subjunctive bijzin mood
terugzende
terugzende
terugzende
terugzende
terugzende
terugzende
Du
Ihr
Imperative mood
zend terug
zendt terug

Examples of terugzenden

Example in DutchTranslation in English
Vertel me alsjeblieft dat je niet verdrietig bent over het terugzenden van de babykleertjes.Please tell me you're not upset about returning the baby clothes.
Ik heb geregeld dat Mary's brieven teruggezonden werden, de zegels intact.I've already arranged for Mary's letters to be returned to them, seals intact.
Het lijkt dat al mijn zonden terug zijn gekomen, net zoals jij.Oh, it seems all my sins have returned to me...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

terugvinden
retrieve
terugzeggen
answer back
terugzetten
reset

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

stiefelen
bull stacking
teruglopen
read back
terugmarcheren
march back
terugschelden
back scold
terugtrappen
back stairs
terugtreden
withdraw
terugvoeren
lead back
terugzeggen
answer back
terugzetten
reset
tikken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'return':

None found.