Terugzeggen (to answer back) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of terugzeggen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zeg terug
I answer back
zegt terug
you answer back
zegt terug
he/she/it answers back
zeggen terug
we answer back
zeggen terug
you all answer back
zeggen terug
they answer back
Present perfect tense
heb teruggezegd
I have answered back
hebt teruggezegd
you have answered back
heeft teruggezegd
he/she/it has answered back
hebben teruggezegd
we have answered back
hebben teruggezegd
you all have answered back
hebben teruggezegd
they have answered back
Past tense
zegde terug;zei terug
I answered back
zegde terug;zei terug
you answered back
zegde terug;zei terug
he/she/it answered back
zegden terug;zeiden terug
we answered back
zegden terug;zeiden terug
you all answered back
zegden terug;zeiden terug
they answered back
Future tense
zal terugzeggen
I will answer back
zult terugzeggen
you will answer back
zal terugzeggen
he/she/it will answer back
zullen terugzeggen
we will answer back
zullen terugzeggen
you all will answer back
zullen terugzeggen
they will answer back
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugzeggen
I would answer back
zou terugzeggen
you would answer back
zou terugzeggen
he/she/it would answer back
zouden terugzeggen
we would answer back
zouden terugzeggen
you all would answer back
zouden terugzeggen
they would answer back
Subjunctive mood
zegge terug
I answer back
zegge terug
you answer back
zegge terug
he/she/it answer back
zegge terug
we answer back
zegge terug
you all answer back
zegge terug
they answer back
Past perfect tense
had teruggezegd
I had answered back
had teruggezegd
you had answered back
had teruggezegd
he/she/it had answered back
hadden teruggezegd
we had answered back
hadden teruggezegd
you all had answered back
hadden teruggezegd
they had answered back
Future perf.
zal teruggezegd hebben
I will have answered back
zal teruggezegd hebben
you will have answered back
zal teruggezegd hebben
he/she/it will have answered back
zullen teruggezegd hebben
we will have answered back
zullen teruggezegd hebben
you all will have answered back
zullen teruggezegd hebben
they will have answered back
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggezegd hebben
I would have answered back
zou teruggezegd hebben
you would have answered back
zou teruggezegd hebben
he/she/it would have answered back
zouden teruggezegd hebben
we would have answered back
zouden teruggezegd hebben
you all would have answered back
zouden teruggezegd hebben
they would have answered back
Present bijzin tense
terugzeg
I answer back
terugzegt
you answer back
terugzegt
he/she/it answers back
terugzeggen
we answer back
terugzeggen
you all answer back
terugzeggen
they answer back
Past bijzin tense
terugzegde;terugzei
I answered back
terugzegde;terugzei
you answered back
terugzegde;terugzei
he/she/it answered back
terugzegden;terugzeiden
we answered back
terugzegden;terugzeiden
you all answered back
terugzegden;terugzeiden
they answered back
Future bijzin tense
zal terugzeggen
I will answer back
zult terugzeggen
you will answer back
zal terugzeggen
he/she/it will answer back
zullen terugzeggen
we will answer back
zullen terugzeggen
you all will answer back
zullen terugzeggen
they will answer back
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugzeggen
I would answer back
zou terugzeggen
you would answer back
zou terugzeggen
he/she/it would answer back
zouden terugzeggen
we would answer back
zouden terugzeggen
you all would answer back
zouden terugzeggen
they would answer back
Subjunctive bijzin mood
terugzegge
I answer back
terugzegge
you answer back
terugzegge
he/she/it answer back
terugzegge
we answer back
terugzegge
you all answer back
terugzegge
they answer back
Du
Ihr
Imperative mood
zeg terug
answer back
zegt terug
answer back

Examples of terugzeggen

Example in DutchTranslation in English
Die nog steeds 's nachts wakker wordt en hardop je naam zegt, in de hoop dat je iets terugzegt.The guy who still wakes up in the middle of the night and says your name out loud, hoping you'll answer back.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

terugleggen
replace
terugzenden
return
terugzetten
reset

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

synthetiseren
syncopate
tegenwerken
work against
terechtwijzen
discipline
terugschoppen
back kick
terugspelen
replay
terugvliegen
fly back
terugzakken
back pockets
terugzenden
return
tieren
flourish
timmeren
build

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'answer back':

None found.
Learning languages?