Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
beschrijden
to bestride
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
beschrijden
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beschrijd
I bestride
beschrijdt
you bestride
beschrijdt
he/she/it bestrides
beschrijden
we bestride
beschrijden
you all bestride
beschrijden
they bestride
Present perfect tense
heb beschreden
I have bestrode
hebt beschreden
you have bestrode
heeft beschreden
he/she/it has bestrode
hebben beschreden
we have bestrode
hebben beschreden
you all have bestrode
hebben beschreden
they have bestrode
Past tense
beschreed
I bestrode
beschreed
you bestrode
beschreed
he/she/it bestrode
beschreden
we bestrode
beschreden
you all bestrode
beschreden
they bestrode
Future tense
zal beschrijden
I will bestride
zult beschrijden
you will bestride
zal beschrijden
he/she/it will bestride
zullen beschrijden
we will bestride
zullen beschrijden
you all will bestride
zullen beschrijden
they will bestride
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beschrijden
I would bestride
zou beschrijden
you would bestride
zou beschrijden
he/she/it would bestride
zouden beschrijden
we would bestride
zouden beschrijden
you all would bestride
zouden beschrijden
they would bestride
Subjunctive mood
beschrijde
I bestride
beschrijde
you bestride
beschrijde
he/she/it bestride
beschrijde
we bestride
beschrijde
you all bestride
beschrijde
they bestride
Past perfect tense
had beschreden
I had bestrode
had beschreden
you had bestrode
had beschreden
he/she/it had bestrode
hadden beschreden
we had bestrode
hadden beschreden
you all had bestrode
hadden beschreden
they had bestrode
Future perf.
zal beschreden hebben
I will have bestrode
zal beschreden hebben
you will have bestrode
zal beschreden hebben
he/she/it will have bestrode
zullen beschreden hebben
we will have bestrode
zullen beschreden hebben
you all will have bestrode
zullen beschreden hebben
they will have bestrode
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beschreden hebben
I would have bestrode
zou beschreden hebben
you would have bestrode
zou beschreden hebben
he/she/it would have bestrode
zouden beschreden hebben
we would have bestrode
zouden beschreden hebben
you all would have bestrode
zouden beschreden hebben
they would have bestrode
Du
Ihr
Imperative mood
beschrijd
bestride
beschrijdt
bestride
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
beschrijden
RELATED PAGES
beschrijven
describe
Back to Top