Roddelen (to gossip) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of roddelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
roddel
I gossip
roddelt
you gossip
roddelt
he/she/it gossips
roddelen
we gossip
roddelen
you all gossip
roddelen
they gossip
Present perfect tense
heb geroddeld
I have gossiped
hebt geroddeld
you have gossiped
heeft geroddeld
he/she/it has gossiped
hebben geroddeld
we have gossiped
hebben geroddeld
you all have gossiped
hebben geroddeld
they have gossiped
Past tense
roddelde
I gossiped
roddelde
you gossiped
roddelde
he/she/it gossiped
roddelden
we gossiped
roddelden
you all gossiped
roddelden
they gossiped
Future tense
zal roddelen
I will gossip
zult roddelen
you will gossip
zal roddelen
he/she/it will gossip
zullen roddelen
we will gossip
zullen roddelen
you all will gossip
zullen roddelen
they will gossip
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou roddelen
I would gossip
zou roddelen
you would gossip
zou roddelen
he/she/it would gossip
zouden roddelen
we would gossip
zouden roddelen
you all would gossip
zouden roddelen
they would gossip
Subjunctive mood
roddele
I gossip
roddele
you gossip
roddele
he/she/it gossip
roddele
we gossip
roddele
you all gossip
roddele
they gossip
Past perfect tense
had geroddeld
I had gossiped
had geroddeld
you had gossiped
had geroddeld
he/she/it had gossiped
hadden geroddeld
we had gossiped
hadden geroddeld
you all had gossiped
hadden geroddeld
they had gossiped
Future perf.
zal geroddeld hebben
I will have gossiped
zal geroddeld hebben
you will have gossiped
zal geroddeld hebben
he/she/it will have gossiped
zullen geroddeld hebben
we will have gossiped
zullen geroddeld hebben
you all will have gossiped
zullen geroddeld hebben
they will have gossiped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geroddeld hebben
I would have gossiped
zou geroddeld hebben
you would have gossiped
zou geroddeld hebben
he/she/it would have gossiped
zouden geroddeld hebben
we would have gossiped
zouden geroddeld hebben
you all would have gossiped
zouden geroddeld hebben
they would have gossiped
Du
Ihr
Imperative mood
roddel
gossip
roddelt
gossip

Examples of roddelen

Example in DutchTranslation in English
'En dat,' zei pater O'Rourke, is roddelen!"And that,"said Father O'Rourke, "is gossip!"
'Is roddelen een zonde? ' vroeg ze aan de oude man."Is gossiping a sin?" she asked the old man.
- Amand, ik zou nooit roddelen over...Armand, I would never gossip about...
- Dat ? We babbelden wat over zaken... wisselden geruchten uit en zaten wat te roddelen.Just mulling over business problems, examining opportunities, exchanging rumors, spreading gossip.
- Dat was je. en voor welk doel, weet ik niet, ik noem het gewoon roddelen.- Yes, you were, and to what purpose... I do not know except to call it gossip.
- Alle roddel.All the gossip, you mean.
- Dat is geen roddel, schat.That's not gossip, honey.
- Die roddel levert je punten op.Ah. A little gossip won you some points.
- Dit dorp heeft maar één roddel nodig. En Doris Collins heeft die functie vervuld.This town only needs one gossip, and Doris Collins has the position filled.
- En de meisjes over die roddel.- The girls was right about the gossip. - From their point of view.
- Becky roddelt niet.- Becky is not a gossip.
- Je praat niet, je roddelt.You're not talking. You're gossiping.
- Uitstekend. Elke bemoeial die praatjes verspreidt, roddelt... fluistert, of zelfs maar denkt, zal omgebracht worden.- Any busybodies caught rumoring, gossiping, whispering, or even thinking shall be put to death.
Conrad roddelt.Oh, Conrad's a gossip.
Dat stelletje op Wall Street roddelt meer dan bijen in een bijenkorf.That bunch on Wall Street, they gossip more than a quilting bee.
Als er over je geroddeld wordt, zal er ook worden kwaadgesproken.When you're gossiped about, there's always backlash involved.
Ik niet kon verdragen dat over haar geroddeld zou worden, rondgaan door medische kringen als een monsterlijke bezienswaardigheid,I couldn't bear for her to be gossiped about, paraded through medical circles like some monstrous curiosity,
Ja, of over geroddeld worden.Yeah,or beinggossiped about.
Je had een theorie, je wist dat het steeds erger werd, je hebt er zelfs met Tess over geroddeld.You had a theory-- you knew that he was getting worse, you even gossiped to Tess about it.
Je hebt je met mijn zaken bemoeid en over me geroddeld... alsof ik je persoonlijke onderzoeksobject was.You have pried and snooped and gossiped about me like I was your own, personal laboratory subject.
Ik roddelde tegen de verkeerde persoon.I gossiped to the wrong person.
Mijn as werd verspreid over gras waarover ik ooit liep. onder de bomen die me ooit schaduw gaven, boven op de rozen die ik ooit bewonderde, en naast omheiningen, waaroverheen ik ooit roddelde.My ashes were spread over grass I had once walked on... beneath trees that had once given me shade... on top of roses I once admired... and beside fences I once gossiped over.
U roddelde tegen Claire.You gossiped to Claire.
De meiden roddelden over Abe, altijd maar spreuken fluisteren over antibesmettelijkheid.The girls gossiped and called him names.
Toen ik hier kwam dacht ik dat Amerikanen altijd roddelden bij de waterkoker.When I first got here, I thought you Americans really gossiped around the water cooler.
We roddelden wat af.Yeah, we gossiped a lot.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doddelen
do
middelen
do
paddelen
do
peddelen
paddle
puddelen
publish
riedelen
do
rochelen
gurgle
roffelen
ruffle up
rommelen
rumble
ronselen
crimp

Similar but longer

broddelen
botch
ronddelen
hand round

Random

respireren
respect
retarderen
you retard
revancheren
vindicate
revieren
hunt areas
rissen
board
ritten
do
rocken
rock
rodelen
gossip
romen
cream
ronddansen
round dance

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'gossip':

None found.
Learning languages?