Registeren (to record) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of registeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
register
I record
registert
you record
registert
he/she/it records
registeren
we record
registeren
you all record
registeren
they record
Present perfect tense
heb geregisterd
I have recorded
hebt geregisterd
you have recorded
heeft geregisterd
he/she/it has recorded
hebben geregisterd
we have recorded
hebben geregisterd
you all have recorded
hebben geregisterd
they have recorded
Past tense
registerde
I recorded
registerde
you recorded
registerde
he/she/it recorded
registerden
we recorded
registerden
you all recorded
registerden
they recorded
Future tense
zal registeren
I will record
zult registeren
you will record
zal registeren
he/she/it will record
zullen registeren
we will record
zullen registeren
you all will record
zullen registeren
they will record
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou registeren
I would record
zou registeren
you would record
zou registeren
he/she/it would record
zouden registeren
we would record
zouden registeren
you all would record
zouden registeren
they would record
Subjunctive mood
registere
I record
registere
you record
registere
he/she/it record
registere
we record
registere
you all record
registere
they record
Past perfect tense
had geregisterd
I had recorded
had geregisterd
you had recorded
had geregisterd
he/she/it had recorded
hadden geregisterd
we had recorded
hadden geregisterd
you all had recorded
hadden geregisterd
they had recorded
Future perf.
zal geregisterd hebben
I will have recorded
zal geregisterd hebben
you will have recorded
zal geregisterd hebben
he/she/it will have recorded
zullen geregisterd hebben
we will have recorded
zullen geregisterd hebben
you all will have recorded
zullen geregisterd hebben
they will have recorded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geregisterd hebben
I would have recorded
zou geregisterd hebben
you would have recorded
zou geregisterd hebben
he/she/it would have recorded
zouden geregisterd hebben
we would have recorded
zouden geregisterd hebben
you all would have recorded
zouden geregisterd hebben
they would have recorded
Du
Ihr
Imperative mood
register
record
registert
record

Examples of registeren

Example in DutchTranslation in English
Edelachtbare, ik zou dit willen laten registeren... als bewijsstuk 'B' voor de openbare aanklager... en dit willen voorlezen.Your Honor, I'd like to have this entered into the record... as Exhibit "B" for the prosecution... and read into the record.
Ja, die van jou zal een toegang registeren.Yeah, yours is gonna leave a record of access. This one's clean.
- Ik verzoek het woord "maffia" te laten schrappen uit het register.Move to strike the word 'Mafia' from the record.
- Nou, dit is een openbaar register.- Oh, well, this is a public record.
- Weet ik niet. Een verslag of een register.I don't know, a record, a ledger, or something.
-Dan moeten we in het register kijken.Possibly. I'd need to check the church records.
-Ik heb net mijn register gecontroleerd... en dat krat moet nog drie weken in quarantaine blijven.-What do you mean? -I just checked my records... and that crate's quarantined for another three weeks.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

regisseren
direct
resisteren
do

Similar but longer

registreren
register

Random

prononceren
do
purgeren
puree
rasteren
screen
rechtstaan
stand up
reciproceren
reciprocate
reggen
do
regisseren
direct
registreren
register
reien
do
remiseren
remind them

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'record':

None found.
Learning languages?