Redeneren (to reason) conjugation

Dutch
19 examples

Conjugation of redeneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
redeneer
I reason
redeneert
you reason
redeneert
he/she/it reasons
redeneren
we reason
redeneren
you all reason
redeneren
they reason
Present perfect tense
heb geredeneerd
I have reasoned
hebt geredeneerd
you have reasoned
heeft geredeneerd
he/she/it has reasoned
hebben geredeneerd
we have reasoned
hebben geredeneerd
you all have reasoned
hebben geredeneerd
they have reasoned
Past tense
redeneerde
I reasoned
redeneerde
you reasoned
redeneerde
he/she/it reasoned
redeneerden
we reasoned
redeneerden
you all reasoned
redeneerden
they reasoned
Future tense
zal redeneren
I will reason
zult redeneren
you will reason
zal redeneren
he/she/it will reason
zullen redeneren
we will reason
zullen redeneren
you all will reason
zullen redeneren
they will reason
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou redeneren
I would reason
zou redeneren
you would reason
zou redeneren
he/she/it would reason
zouden redeneren
we would reason
zouden redeneren
you all would reason
zouden redeneren
they would reason
Subjunctive mood
redenere
I reason
redenere
you reason
redenere
he/she/it reason
redenere
we reason
redenere
you all reason
redenere
they reason
Past perfect tense
had geredeneerd
I had reasoned
had geredeneerd
you had reasoned
had geredeneerd
he/she/it had reasoned
hadden geredeneerd
we had reasoned
hadden geredeneerd
you all had reasoned
hadden geredeneerd
they had reasoned
Future perf.
zal geredeneerd hebben
I will have reasoned
zal geredeneerd hebben
you will have reasoned
zal geredeneerd hebben
he/she/it will have reasoned
zullen geredeneerd hebben
we will have reasoned
zullen geredeneerd hebben
you all will have reasoned
zullen geredeneerd hebben
they will have reasoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geredeneerd hebben
I would have reasoned
zou geredeneerd hebben
you would have reasoned
zou geredeneerd hebben
he/she/it would have reasoned
zouden geredeneerd hebben
we would have reasoned
zouden geredeneerd hebben
you all would have reasoned
zouden geredeneerd hebben
they would have reasoned
Du
Ihr
Imperative mood
redeneer
reason
redeneert
reason

Examples of redeneren

Example in DutchTranslation in English
"Het is onmogelijk om te redeneren, met een onredelijk persoon. ""It's impossible to reason with an unreasonable person."
- De menselijke capaciteit tot redeneren is slecht?-Man's ability to reason is evil?
- Die redeneren niet.Animals can't reason.
- Ik kom niet om te smeken of te redeneren.- I haven't come here to plead with you, nor to reason.
- Je bent zo boos, ik kan niet met je redeneren.You're so angry, I can't reason with you.
Jij zit in je rol, dus redeneer je uiteraard politiek.You're doing yourjob. You're using poIiticaI reasoning.
Nu redeneer je als een vrouw, onzinnig.Now you reason like a woman, foolishly.
Wel, terwijl ik met hem redeneer, steek jij zoiets als dit in zijn rug.Well, while I am reasoning with him, you stick something like this in his back.
- Je redeneert als een Romein.- Not a slave's reason. More like a Roman's.
Als je zo redeneert... zou dat van de aanklager niet ook een doelwit maken?Under that reasoning, wouldn't that make this prosecutor just as likely a target?
Hij redeneert.He reasons.
Je redeneert niet met ze. En je probeert ze niet te veranderen.You do not reason with them, or try to change them.
Laat me zien hoe je redeneert.Show me how you reason.
'Toen ik kind was, redeneerde ik als een kind, praatte ik als een kind dacht ik als een kind, blabla als een kind."When I was a child , I reasoned like a child, I talked like a child I thought like a child, blabla as a child.
Dacht ik als een kind en redeneerde als een kind.I thought like a child, I reasoned like a child.
Dus, redeneerde hij, kon de Schepping ook niets anders zijn dan oneindig?So how, he reasoned, could creation be anything less? [DOOR OPENS]
Garrett redeneerde dat het leven zo veel makkelijker voor hem had kunnen zijn, als hij zich gewoon rustig had gehouden zoals de meeste artsen.Garrett reasoned that life could have been so much easier for him, If he had just kept quiet like most doctors do.
Hij redeneerde dat met genoeg snelheid de zwaartekracht kon worden doorbroken en de kogel in een baan om de aarde zou kunnen komen.He reasoned that with enough velocity the bounds of gravity could be broken and the cannonball could escape to orbit the Earth.
En dus redeneerden Belly en ik dat extreme emoties deze waarneming zouden stimuleren, dat acute gevoelens van angst, liefde of kwaadheid, het bewustzijn zouden verhogen.And so billy and I reasoned that extreme emotions Would stimulate this perception, That acute feelings of fear

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

redigeren
edit
reduceren
reduce
resoneren
resound

Similar but longer

beredeneren
reason

Random

rafelen
fray
raspen
grate
reassureren
reassure
recipiëren
entertain
redekavelen
argue
reden
reason
redetwisten
argue
reguleren
do
releveren
relay
remigreren
remigrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'reason':

None found.
Learning languages?