Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overvoeden (to overfeed) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overvoed
overvoedt
overvoedt
overvoeden
overvoeden
overvoeden
Present perfect tense
heb overvoed
hebt overvoed
heeft overvoed
hebben overvoed
hebben overvoed
hebben overvoed
Past tense
overvoedde
overvoedde
overvoedde
overvoedden
overvoedden
overvoedden
Future tense
zal overvoeden
zult overvoeden
zal overvoeden
zullen overvoeden
zullen overvoeden
zullen overvoeden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overvoeden
zou overvoeden
zou overvoeden
zouden overvoeden
zouden overvoeden
zouden overvoeden
Subjunctive mood
overvoede
overvoede
overvoede
overvoede
overvoede
overvoede
Past perfect tense
had overvoed
had overvoed
had overvoed
hadden overvoed
hadden overvoed
hadden overvoed
Future perf.
zal overvoed hebben
zal overvoed hebben
zal overvoed hebben
zullen overvoed hebben
zullen overvoed hebben
zullen overvoed hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overvoed hebben
zou overvoed hebben
zou overvoed hebben
zouden overvoed hebben
zouden overvoed hebben
zouden overvoed hebben
Du
Ihr
Imperative mood
overvoed
overvoedt

Examples of overvoeden

Example in DutchTranslation in English
Ik wil ze niet overvoeden.Don't want to overfeed them.
Je hebt hem overvoed!You overfed them!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overbieden
outbid
overtreden
violate
overvoeren
overfeed

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overfeed':

None found.