Overvallen (to assault) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of overvallen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overval
I assault
overvalt
you assault
overvalt
he/she/it assaults
overvallen
we assault
overvallen
you all assault
overvallen
they assault
Present perfect tense
heb overvallen
I have assaulted
hebt overvallen
you have assaulted
heeft overvallen
he/she/it has assaulted
hebben overvallen
we have assaulted
hebben overvallen
you all have assaulted
hebben overvallen
they have assaulted
Past tense
overviel
I assaulted
overviel
you assaulted
overviel
he/she/it assaulted
overvielen
we assaulted
overvielen
you all assaulted
overvielen
they assaulted
Future tense
zal overvallen
I will assault
zult overvallen
you will assault
zal overvallen
he/she/it will assault
zullen overvallen
we will assault
zullen overvallen
you all will assault
zullen overvallen
they will assault
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overvallen
I would assault
zou overvallen
you would assault
zou overvallen
he/she/it would assault
zouden overvallen
we would assault
zouden overvallen
you all would assault
zouden overvallen
they would assault
Subjunctive mood
overvalle
I assault
overvalle
you assault
overvalle
he/she/it assault
overvalle
we assault
overvalle
you all assault
overvalle
they assault
Past perfect tense
had overvallen
I had assaulted
had overvallen
you had assaulted
had overvallen
he/she/it had assaulted
hadden overvallen
we had assaulted
hadden overvallen
you all had assaulted
hadden overvallen
they had assaulted
Future perf.
zal overvallen hebben
I will have assaulted
zal overvallen hebben
you will have assaulted
zal overvallen hebben
he/she/it will have assaulted
zullen overvallen hebben
we will have assaulted
zullen overvallen hebben
you all will have assaulted
zullen overvallen hebben
they will have assaulted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overvallen hebben
I would have assaulted
zou overvallen hebben
you would have assaulted
zou overvallen hebben
he/she/it would have assaulted
zouden overvallen hebben
we would have assaulted
zouden overvallen hebben
you all would have assaulted
zouden overvallen hebben
they would have assaulted
Du
Ihr
Imperative mood
overval
assault
overvalt
assault

Examples of overvallen

Example in DutchTranslation in English
-Ik heb er geen nodig. Precies, u bent nog nooit overvallen...- Yeah, you've never been a victim of crime, you haven't been assaulted.
-Nadat ze klaar zijn met hun aanklacht voor inbraak in de eerste graad, het overvallen van bewakers, enz., krijgt hij 14 jaar voor iedere misdaad. Dat kan zo een rechter doen.When they finish adding burglary-one charges, assaulting the guards you're looking at two 14-year sentences, consecutive which the judge can do.
3000 aanrandingen, 6000 overvallen.3,000 criminal assaults, 6,000 robberies.
A.D. Armstrong, gezocht voor brandstichting, overvallen, poging tot moord en zijn huwelijk met 'n paard.A.D. Armstrong, wanted all over the country for arson, robbery, assault with an attempt to kill, and marrying a horse.
Aangehouden wegens diefstal, overvallen en ernstige mishandeling.Arrests, larceny, robbery, aggravated assault.
'Devil deed dit.' Het eerste dat we moeten doen is het uitsluiten van een toevallige overval, inbraak of aanval.So the first thing we need to do is to rule out the random mugging, burglary and assault.
'Edward Lee, 37 jaar - 'veroordeeld tot zeven jaar voor roof en overval.'Yip Ming, 37 years old, sentenced to serve seven years for robbery and assault.
'Gewapende overval, Poging tot moord.'"Armed robbery, attempted murder, assault."
'Ricky Ho, 21 jaar - 'veroordeeld tot 10 jaar wegens moord en overval.'Ricky Ho, 21 years old, sentenced to serve ten years for manslaughter and assault.
-Gewapende overval en geweldpleging.- Robbery and assaulting an officer.
- En wij een crisissituatie. Je overvalt niet zomaar een vicepremier.Nikita just assaulted the deputy prime minister of a U.N. recognized--
Taylor ging een bank binnen van de First National Bank, overviel de bankbediende en kon weggeraken met een geschatte $ 300.000.Taylorwentto abranch First National Bank, assaulteda cashierandleft with an estimated $ 300,000.
Turnbull overviel een van onze treinen.Turnbull's men assaulted one of our trains.
- Het zijn dezelfde lui... die gisteravond Graiman overvielen.Kitt: They are the same men who assaulted the Graiman home last night.
De man die jullie overvielen, kwam de chip bij me afleveren.The man you assaulted was an agent bringing the chip to my office.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neervallen
fall
overhellen
incline
overtellen
recount
overtillen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overhebben
talk about
overhoopgooien
turn upside down
overladen
overcharge
overtelegraferen
do
overtuigen
convince
overtypen
do
overvaren
do
overvragen
do
overwippen
pop across
paardjerijden
horse riding

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'assault':

None found.
Learning languages?