Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overhellen (to incline) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hel over
helt over
helt over
hellen over
hellen over
hellen over
Present perfect tense
heb overgeheld
hebt overgeheld
heeft overgeheld
hebben overgeheld
hebben overgeheld
hebben overgeheld
Past tense
helde over
helde over
helde over
helden over
helden over
helden over
Future tense
zal overhellen
zult overhellen
zal overhellen
zullen overhellen
zullen overhellen
zullen overhellen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overhellen
zou overhellen
zou overhellen
zouden overhellen
zouden overhellen
zouden overhellen
Subjunctive mood
helle over
helle over
helle over
helle over
helle over
helle over
Past perfect tense
had overgeheld
had overgeheld
had overgeheld
hadden overgeheld
hadden overgeheld
hadden overgeheld
Future perf.
zal overgeheld hebben
zal overgeheld hebben
zal overgeheld hebben
zullen overgeheld hebben
zullen overgeheld hebben
zullen overgeheld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgeheld hebben
zou overgeheld hebben
zou overgeheld hebben
zouden overgeheld hebben
zouden overgeheld hebben
zouden overgeheld hebben
Present bijzin tense
overhel
overhelt
overhelt
overhellen
overhellen
overhellen
Past bijzin tense
overhelde
overhelde
overhelde
overhelden
overhelden
overhelden
Future bijzin tense
zal overhellen
zult overhellen
zal overhellen
zullen overhellen
zullen overhellen
zullen overhellen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overhellen
zou overhellen
zou overhellen
zouden overhellen
zouden overhellen
zouden overhellen
Subjunctive bijzin mood
overhelle
overhelle
overhelle
overhelle
overhelle
overhelle
Du
Ihr
Imperative mood
hel over
helt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overhebben
talk about
overtellen
recount
overtillen
do
overvallen
assault

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opklimmen
dress up
opwandelen
do
opzitten
sit up
oren
ordain
otteren
do
overhangen
do
overheersen
dominate
overhevelen
transfer
overleveren
surrender
overpennen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'incline':

None found.