Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overrulen (to overrule) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overrule
overrulet
overrulet
overrulen
overrulen
overrulen
Present perfect tense
heb overruled
hebt overruled
heeft overruled
hebben overruled
hebben overruled
hebben overruled
Past tense
overrulede
overrulede
overrulede
overruleden
overruleden
overruleden
Future tense
zal overrulen
zult overrulen
zal overrulen
zullen overrulen
zullen overrulen
zullen overrulen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overrulen
zou overrulen
zou overrulen
zouden overrulen
zouden overrulen
zouden overrulen
Subjunctive mood
overrule
overrule
overrule
overrule
overrule
overrule
Past perfect tense
had overruled
had overruled
had overruled
hadden overruled
hadden overruled
hadden overruled
Future perf.
zal overruled hebben
zal overruled hebben
zal overruled hebben
zullen overruled hebben
zullen overruled hebben
zullen overruled hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overruled hebben
zou overruled hebben
zou overruled hebben
zouden overruled hebben
zouden overruled hebben
zouden overruled hebben
Du
Ihr
Imperative mood
overrul
overrulet

Examples of overrulen

Example in DutchTranslation in English
- Wat is, of zou de relatie moeten zijn, tussen de voorzitter van de Centrale Bank en de President van de USA? Ten eerste is de Federal Reserve, een onafhankelijke instelling. Wat in de basis betekent, dat geen andere instantie of overheid... onze beslissingen kan overrulen.What should be the proper relationship between a chairman of the Fed and a President of the United States? that there is no other agency of government which can overrule actions that we take.
Ik heb niet overrulen je aan de andere.I didn't overrule you on the other.
Ik kan die beslissing niet overrulen.That's too close for me to overrule.
Je kunt het overrulen, daar heb je toestemming van bovenaf voor nodig.You can overrule, but you'll need to issue an executive countermand.
Oh, je gaat me te overrulen over zeggen?Oh, you going to overrule me on that too?
The committee can overrule the chancellor - that`s you, sir - by a two-thirds vote.The committee can overrule the chancellor - that's you, sir - by a two-thirds vote.
"Whiskey sour, overruled.""Whiskey sour, overruled."
'Sustained/overruled' manchetknopen.Sustained/overruled cuff Links.
Ik ben overruled.I've been overruled.
Ik werd overruled.I was overruled.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overhalen
persuade
overijlen
rave about
overreden
persuade

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opvissen
fish up
organiseren
organize
oriënteren
orient
overlaten
leave
overpeinzen
cogitate
overrompelen
surprise
overschaduwen
overshadow
overschreeuwen
outcry
overspoelen
flood
overtuigen
convince

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overrule':

None found.