Overreden (to persuade) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of overreden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overreed
I persuade
overreedt
you persuade
overreedt
he/she/it persuades
overreden
we persuade
overreden
you all persuade
overreden
they persuade
Present perfect tense
heb overreed
I have persuaded
hebt overreed
you have persuaded
heeft overreed
he/she/it has persuaded
hebben overreed
we have persuaded
hebben overreed
you all have persuaded
hebben overreed
they have persuaded
Past tense
overreedde
I persuaded
overreedde
you persuaded
overreedde
he/she/it persuaded
overreedden
we persuaded
overreedden
you all persuaded
overreedden
they persuaded
Future tense
zal overreden
I will persuade
zult overreden
you will persuade
zal overreden
he/she/it will persuade
zullen overreden
we will persuade
zullen overreden
you all will persuade
zullen overreden
they will persuade
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overreden
I would persuade
zou overreden
you would persuade
zou overreden
he/she/it would persuade
zouden overreden
we would persuade
zouden overreden
you all would persuade
zouden overreden
they would persuade
Subjunctive mood
overrede
I persuade
overrede
you persuade
overrede
he/she/it persuade
overrede
we persuade
overrede
you all persuade
overrede
they persuade
Past perfect tense
had overreed
I had persuaded
had overreed
you had persuaded
had overreed
he/she/it had persuaded
hadden overreed
we had persuaded
hadden overreed
you all had persuaded
hadden overreed
they had persuaded
Future perf.
zal overreed hebben
I will have persuaded
zal overreed hebben
you will have persuaded
zal overreed hebben
he/she/it will have persuaded
zullen overreed hebben
we will have persuaded
zullen overreed hebben
you all will have persuaded
zullen overreed hebben
they will have persuaded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overreed hebben
I would have persuaded
zou overreed hebben
you would have persuaded
zou overreed hebben
he/she/it would have persuaded
zouden overreed hebben
we would have persuaded
zouden overreed hebben
you all would have persuaded
zouden overreed hebben
they would have persuaded
Du
Ihr
Imperative mood
overreed
persuade
overreedt
persuade

Examples of overreden

Example in DutchTranslation in English
- Ik heb geprobeerd hem te overreden.I tried to gently persuade him.
Als ik jou was, zou ik overreden uw Amerikaanse bankier te scheuren het allemaal neer en beginnen vanaf nul.If I were you, I'd persuade your American banker to tear it all down and start from scratch.
Als ik u was, zou ik trachten hem te overreden.If I were you, I'd try and persuade him.
Als je je had gedragen, had ik Malcolm kunnen overreden om je schuld te verminderen, maar nú blijf je hier tot hij hier is.If you hadda behaved yourself, I could've persuaded Malcolm into reducing your bill, but now you're not going anywhere until he gets here.
Ben je gestuurd om ons te overreden?- Did your master send you here as a persuader? - Tado!
Afgezien van 'n paar relletjes... konden de meeste worden overreed om terug te keren.Apart from a few minor skirmishes, most of the fugitives have been persuaded to return peaceably.
Afgezien van een paar relletjes... konden de meeste worden overreed om terug te keren.Apart from a few minor skirmishes, most of the fugitives have been persuaded to return peaceably.
Maar je overreedde haar iets anders te doen.But you persuaded her not to.
Misschien overreedde Charles haar om hem te helpen.Maybe Charles persuaded her to help him.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overladen
overcharge
overrulen
overrule

Similar but longer

overtreden
violate

Random

opzwellen
inflate
oscilleren
oscillate
overkijken
on watch
overnachten
spend the night
overpotten
repot
overprikkelen
excite
overreiken
do
overschouwen
on watch
overspringen
skip
overstromen
overflow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'persuade':

None found.
Learning languages?