Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

opsnoepen

to consume valuable family

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opsnoepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snoep op
I consume valuable family
snoept op
you consume valuable family
snoept op
he/she/it consumes valuable family
snoepen op
we consume valuable family
snoepen op
you all consume valuable family
snoepen op
they consume valuable family
Present perfect tense
heb opgesnoept
I have consumed valuable family
hebt opgesnoept
you have consumed valuable family
heeft opgesnoept
he/she/it has consumed valuable family
hebben opgesnoept
we have consumed valuable family
hebben opgesnoept
you all have consumed valuable family
hebben opgesnoept
they have consumed valuable family
Past tense
snoepte op
I consumed valuable family
snoepte op
you consumed valuable family
snoepte op
he/she/it consumed valuable family
snoepten op
we consumed valuable family
snoepten op
you all consumed valuable family
snoepten op
they consumed valuable family
Future tense
zal opsnoepen
I will consume valuable family
zult opsnoepen
you will consume valuable family
zal opsnoepen
he/she/it will consume valuable family
zullen opsnoepen
we will consume valuable family
zullen opsnoepen
you all will consume valuable family
zullen opsnoepen
they will consume valuable family
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opsnoepen
I would consume valuable family
zou opsnoepen
you would consume valuable family
zou opsnoepen
he/she/it would consume valuable family
zouden opsnoepen
we would consume valuable family
zouden opsnoepen
you all would consume valuable family
zouden opsnoepen
they would consume valuable family
Subjunctive mood
snoepe op
I consume valuable family
snoepe op
you consume valuable family
snoepe op
he/she/it consume valuable family
snoepe op
we consume valuable family
snoepe op
you all consume valuable family
snoepe op
they consume valuable family
Past perfect tense
had opgesnoept
I had consumed valuable family
had opgesnoept
you had consumed valuable family
had opgesnoept
he/she/it had consumed valuable family
hadden opgesnoept
we had consumed valuable family
hadden opgesnoept
you all had consumed valuable family
hadden opgesnoept
they had consumed valuable family
Future perf.
zal opgesnoept hebben
I will have consumed valuable family
zal opgesnoept hebben
you will have consumed valuable family
zal opgesnoept hebben
he/she/it will have consumed valuable family
zullen opgesnoept hebben
we will have consumed valuable family
zullen opgesnoept hebben
you all will have consumed valuable family
zullen opgesnoept hebben
they will have consumed valuable family
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgesnoept hebben
I would have consumed valuable family
zou opgesnoept hebben
you would have consumed valuable family
zou opgesnoept hebben
he/she/it would have consumed valuable family
zouden opgesnoept hebben
we would have consumed valuable family
zouden opgesnoept hebben
you all would have consumed valuable family
zouden opgesnoept hebben
they would have consumed valuable family
Present bijzin tense
opsnoep
I consume valuable family
opsnoept
you consume valuable family
opsnoept
he/she/it consumes valuable family
opsnoepen
we consume valuable family
opsnoepen
you all consume valuable family
opsnoepen
they consume valuable family
Past bijzin tense
opsnoepte
I consumed valuable family
opsnoepte
you consumed valuable family
opsnoepte
he/she/it consumed valuable family
opsnoepten
we consumed valuable family
opsnoepten
you all consumed valuable family
opsnoepten
they consumed valuable family
Future bijzin tense
zal opsnoepen
I will consume valuable family
zult opsnoepen
you will consume valuable family
zal opsnoepen
he/she/it will consume valuable family
zullen opsnoepen
we will consume valuable family
zullen opsnoepen
you all will consume valuable family
zullen opsnoepen
they will consume valuable family
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opsnoepen
I would consume valuable family
zou opsnoepen
you would consume valuable family
zou opsnoepen
he/she/it would consume valuable family
zouden opsnoepen
we would consume valuable family
zouden opsnoepen
you all would consume valuable family
zouden opsnoepen
they would consume valuable family
Subjunctive bijzin mood
opsnoepe
I consume valuable family
opsnoepe
you consume valuable family
opsnoepe
he/she/it consume valuable family
opsnoepe
we consume valuable family
opsnoepe
you all consume valuable family
opsnoepe
they consume valuable family
Du
Ihr
Imperative mood
snoep op
consume valuable family
snoept op
consume valuable family

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES