Afsnoepen (to cream) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of afsnoepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snoep af
I cream
snoept af
you cream
snoept af
he/she/it creams
snoepen af
we cream
snoepen af
you all cream
snoepen af
they cream
Present perfect tense
heb afgesnoept
I have creamed
hebt afgesnoept
you have creamed
heeft afgesnoept
he/she/it has creamed
hebben afgesnoept
we have creamed
hebben afgesnoept
you all have creamed
hebben afgesnoept
they have creamed
Past tense
snoepte af
I creamed
snoepte af
you creamed
snoepte af
he/she/it creamed
snoepten af
we creamed
snoepten af
you all creamed
snoepten af
they creamed
Future tense
zal afsnoepen
I will cream
zult afsnoepen
you will cream
zal afsnoepen
he/she/it will cream
zullen afsnoepen
we will cream
zullen afsnoepen
you all will cream
zullen afsnoepen
they will cream
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afsnoepen
I would cream
zou afsnoepen
you would cream
zou afsnoepen
he/she/it would cream
zouden afsnoepen
we would cream
zouden afsnoepen
you all would cream
zouden afsnoepen
they would cream
Subjunctive mood
snoepe af
I cream
snoepe af
you cream
snoepe af
he/she/it cream
snoepe af
we cream
snoepe af
you all cream
snoepe af
they cream
Past perfect tense
had afgesnoept
I had creamed
had afgesnoept
you had creamed
had afgesnoept
he/she/it had creamed
hadden afgesnoept
we had creamed
hadden afgesnoept
you all had creamed
hadden afgesnoept
they had creamed
Future perf.
zal afgesnoept hebben
I will have creamed
zal afgesnoept hebben
you will have creamed
zal afgesnoept hebben
he/she/it will have creamed
zullen afgesnoept hebben
we will have creamed
zullen afgesnoept hebben
you all will have creamed
zullen afgesnoept hebben
they will have creamed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgesnoept hebben
I would have creamed
zou afgesnoept hebben
you would have creamed
zou afgesnoept hebben
he/she/it would have creamed
zouden afgesnoept hebben
we would have creamed
zouden afgesnoept hebben
you all would have creamed
zouden afgesnoept hebben
they would have creamed
Present bijzin tense
afsnoep
I cream
afsnoept
you cream
afsnoept
he/she/it creams
afsnoepen
we cream
afsnoepen
you all cream
afsnoepen
they cream
Past bijzin tense
afsnoepte
I creamed
afsnoepte
you creamed
afsnoepte
he/she/it creamed
afsnoepten
we creamed
afsnoepten
you all creamed
afsnoepten
they creamed
Future bijzin tense
zal afsnoepen
I will cream
zult afsnoepen
you will cream
zal afsnoepen
he/she/it will cream
zullen afsnoepen
we will cream
zullen afsnoepen
you all will cream
zullen afsnoepen
they will cream
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afsnoepen
I would cream
zou afsnoepen
you would cream
zou afsnoepen
he/she/it would cream
zouden afsnoepen
we would cream
zouden afsnoepen
you all would cream
zouden afsnoepen
they would cream
Subjunctive bijzin mood
afsnoepe
I cream
afsnoepe
you cream
afsnoepe
he/she/it cream
afsnoepe
we cream
afsnoepe
you all cream
afsnoepe
they cream
Du
Ihr
Imperative mood
snoep af
cream
snoept af
cream

Examples of afsnoepen

Example in DutchTranslation in English
We moeten punten afsnoepen van Dwight.Or is it "shmear?" Like the cream cheese. Okay.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschepen
put off
afsnoeien
do
afsnoeren
cream
afsnorren
do
afstrepen
daub
opsnoepen
consume valuable family

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cream':

None found.
Learning languages?