Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opsmukken (to dress up) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
smuk op
smukt op
smukt op
smukken op
smukken op
smukken op
Present perfect tense
heb opgesmukt
hebt opgesmukt
heeft opgesmukt
hebben opgesmukt
hebben opgesmukt
hebben opgesmukt
Past tense
smukte op
smukte op
smukte op
smukten op
smukten op
smukten op
Future tense
zal opsmukken
zult opsmukken
zal opsmukken
zullen opsmukken
zullen opsmukken
zullen opsmukken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opsmukken
zou opsmukken
zou opsmukken
zouden opsmukken
zouden opsmukken
zouden opsmukken
Subjunctive mood
smukke op
smukke op
smukke op
smukke op
smukke op
smukke op
Past perfect tense
had opgesmukt
had opgesmukt
had opgesmukt
hadden opgesmukt
hadden opgesmukt
hadden opgesmukt
Future perf.
zal opgesmukt hebben
zal opgesmukt hebben
zal opgesmukt hebben
zullen opgesmukt hebben
zullen opgesmukt hebben
zullen opgesmukt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgesmukt hebben
zou opgesmukt hebben
zou opgesmukt hebben
zouden opgesmukt hebben
zouden opgesmukt hebben
zouden opgesmukt hebben
Present bijzin tense
opsmuk
opsmukt
opsmukt
opsmukken
opsmukken
opsmukken
Past bijzin tense
opsmukte
opsmukte
opsmukte
opsmukten
opsmukten
opsmukten
Future bijzin tense
zal opsmukken
zult opsmukken
zal opsmukken
zullen opsmukken
zullen opsmukken
zullen opsmukken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opsmukken
zou opsmukken
zou opsmukken
zouden opsmukken
zouden opsmukken
zouden opsmukken
Subjunctive bijzin mood
opsmukke
opsmukke
opsmukke
opsmukke
opsmukke
opsmukke
Du
Ihr
Imperative mood
smuk op
smukt op

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opdrukken
do
opslokken
gobble up
opsmullen
do
opstikken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dress up':

None found.