Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontwennen (to disaccustom) conjugation

Dutch

Conjugation of ontwennen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontwen
I disaccustom
ontwent
you disaccustom
ontwent
he/she/it disaccustoms
ontwennen
we disaccustom
ontwennen
you all disaccustom
ontwennen
they disaccustom
Present perfect tense
ben ontwend
I have disaccustomed
bent ontwend
you have disaccustomed
is ontwend
he/she/it has disaccustomed
zijn ontwend
we have disaccustomed
zijn ontwend
you all have disaccustomed
zijn ontwend
they have disaccustomed
Past tense
ontwende
I disaccustomed
ontwende
you disaccustomed
ontwende
he/she/it disaccustomed
ontwenden
we disaccustomed
ontwenden
you all disaccustomed
ontwenden
they disaccustomed
Future tense
zal ontwennen
I will disaccustom
zult ontwennen
you will disaccustom
zal ontwennen
he/she/it will disaccustom
zullen ontwennen
we will disaccustom
zullen ontwennen
you all will disaccustom
zullen ontwennen
they will disaccustom
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontwennen
I would disaccustom
zou ontwennen
you would disaccustom
zou ontwennen
he/she/it would disaccustom
zouden ontwennen
we would disaccustom
zouden ontwennen
you all would disaccustom
zouden ontwennen
they would disaccustom
Subjunctive mood
ontwenne
I disaccustom
ontwenne
you disaccustom
ontwenne
he/she/it disaccustom
ontwenne
we disaccustom
ontwenne
you all disaccustom
ontwenne
they disaccustom
Past perfect tense
was ontwend
I had disaccustomed
was ontwend
you had disaccustomed
was ontwend
he/she/it had disaccustomed
waren ontwend
we had disaccustomed
waren ontwend
you all had disaccustomed
waren ontwend
they had disaccustomed
Future perf.
zal ontwend zijn
I will have disaccustomed
zal ontwend zijn
you will have disaccustomed
zal ontwend zijn
he/she/it will have disaccustomed
zullen ontwend zijn
we will have disaccustomed
zullen ontwend zijn
you all will have disaccustomed
zullen ontwend zijn
they will have disaccustomed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontwend zijn
I would have disaccustomed
zou ontwend zijn
you would have disaccustomed
zou ontwend zijn
he/she/it would have disaccustomed
zouden ontwend zijn
we would have disaccustomed
zouden ontwend zijn
you all would have disaccustomed
zouden ontwend zijn
they would have disaccustomed
Du
Ihr
Imperative mood
ontwen
disaccustom
ontwent
disaccustom

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontginnen
detoxify
ontkennen
deny
ontmannen
emasculate
ontwellen
do
ontwerpen
design
ontzinnen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

onderverhuren
sublet
ontschieten
slip from
ontstellen
appall
onttakelen
do
ontwaken
do
ontwaren
perceive
ontwellen
do
ontwerpen
design
opbieden
make a higher bid
opboenen
polish

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'disaccustom':

None found.