Ontroven (to ravish) conjugation

Dutch

Conjugation of ontroven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontroof
I ravish
ontrooft
you ravish
ontrooft
he/she/it ravishes
ontroven
we ravish
ontroven
you all ravish
ontroven
they ravish
Present perfect tense
heb ontroofd
I have ravished
hebt ontroofd
you have ravished
heeft ontroofd
he/she/it has ravished
hebben ontroofd
we have ravished
hebben ontroofd
you all have ravished
hebben ontroofd
they have ravished
Past tense
ontroofde
I ravished
ontroofde
you ravished
ontroofde
he/she/it ravished
ontroofden
we ravished
ontroofden
you all ravished
ontroofden
they ravished
Future tense
zal ontroven
I will ravish
zult ontroven
you will ravish
zal ontroven
he/she/it will ravish
zullen ontroven
we will ravish
zullen ontroven
you all will ravish
zullen ontroven
they will ravish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontroven
I would ravish
zou ontroven
you would ravish
zou ontroven
he/she/it would ravish
zouden ontroven
we would ravish
zouden ontroven
you all would ravish
zouden ontroven
they would ravish
Subjunctive mood
ontrove
I ravish
ontrove
you ravish
ontrove
he/she/it ravish
ontrove
we ravish
ontrove
you all ravish
ontrove
they ravish
Past perfect tense
had ontroofd
I had ravished
had ontroofd
you had ravished
had ontroofd
he/she/it had ravished
hadden ontroofd
we had ravished
hadden ontroofd
you all had ravished
hadden ontroofd
they had ravished
Future perf.
zal ontroofd hebben
I will have ravished
zal ontroofd hebben
you will have ravished
zal ontroofd hebben
he/she/it will have ravished
zullen ontroofd hebben
we will have ravished
zullen ontroofd hebben
you all will have ravished
zullen ontroofd hebben
they will have ravished
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontroofd hebben
I would have ravished
zou ontroofd hebben
you would have ravished
zou ontroofd hebben
he/she/it would have ravished
zouden ontroofd hebben
we would have ravished
zouden ontroofd hebben
you all would have ravished
zouden ontroofd hebben
they would have ravished
Du
Ihr
Imperative mood
ontroof
ravish
ontrooft
ravish

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

onterven
disinherit
ontgeven
do
ontraden
dissuade
ontromen
skim

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontharen
wax
onthouden
remember
ontkalken
descale
ontlokken
provoke
ontpersen
do
ontpoppen
reveal
ontromen
skim
ontruimen
ravish
ontstaan
come into being
ontvlechten
unbundle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'ravish':

None found.
Learning languages?