Omschieten (to do) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of omschieten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schiet om
I do
schiet om
you do
schiet om
he/she/it does
schieten om
we do
schieten om
you all do
schieten om
they do
Present perfect tense
heb omgeschoten
I have done
hebt omgeschoten
you have done
heeft omgeschoten
he/she/it has done
hebben omgeschoten
we have done
hebben omgeschoten
you all have done
hebben omgeschoten
they have done
Past tense
schoot om
I did
schoot om
you did
schoot om
he/she/it did
schoten om
we did
schoten om
you all did
schoten om
they did
Future tense
zal omschieten
I will do
zult omschieten
you will do
zal omschieten
he/she/it will do
zullen omschieten
we will do
zullen omschieten
you all will do
zullen omschieten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omschieten
I would do
zou omschieten
you would do
zou omschieten
he/she/it would do
zouden omschieten
we would do
zouden omschieten
you all would do
zouden omschieten
they would do
Subjunctive mood
schiete om
I do
schiete om
you do
schiete om
he/she/it do
schiete om
we do
schiete om
you all do
schiete om
they do
Past perfect tense
had omgeschoten
I had done
had omgeschoten
you had done
had omgeschoten
he/she/it had done
hadden omgeschoten
we had done
hadden omgeschoten
you all had done
hadden omgeschoten
they had done
Future perf.
zal omgeschoten hebben
I will have done
zal omgeschoten hebben
you will have done
zal omgeschoten hebben
he/she/it will have done
zullen omgeschoten hebben
we will have done
zullen omgeschoten hebben
you all will have done
zullen omgeschoten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgeschoten hebben
I would have done
zou omgeschoten hebben
you would have done
zou omgeschoten hebben
he/she/it would have done
zouden omgeschoten hebben
we would have done
zouden omgeschoten hebben
you all would have done
zouden omgeschoten hebben
they would have done
Present bijzin tense
omschiet
I do
omschiet
you do
omschiet
he/she/it does
omschieten
we do
omschieten
you all do
omschieten
they do
Past bijzin tense
omschoot
I did
omschoot
you did
omschoot
he/she/it did
omschoten
we did
omschoten
you all did
omschoten
they did
Future bijzin tense
zal omschieten
I will do
zult omschieten
you will do
zal omschieten
he/she/it will do
zullen omschieten
we will do
zullen omschieten
you all will do
zullen omschieten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omschieten
I would do
zou omschieten
you would do
zou omschieten
he/she/it would do
zouden omschieten
we would do
zouden omschieten
you all would do
zouden omschieten
they would do
Subjunctive bijzin mood
omschiete
I do
omschiete
you do
omschiete
he/she/it do
omschiete
we do
omschiete
you all do
omschiete
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schiet om
do
schiet
do

Examples of omschieten

Example in DutchTranslation in English
Deze werpen weer de Ass Blaster, een gevleugelde, roofzuchtige carnivoor die gebruikmaakt van een mengsel van vluchtige stoffen dat... uit zijn achterwerk komt en hem de lucht in schiet om zijn slachtoffers aan te vallen.These, in turn, give rise to the Ass Blaster, a winged, predatory carnivore which uses a mixture of volatile chemicals in its... nether regions to blast into the air and swoop down upon its victims.
In godsnaam. Ik was zelf aanwezig, toen de "schiet om te doden" bevelen, werden overgemaakt door de districtcommandanten.For christ sakes, I was right there when the shoot-to-kill-looters order came down to district commanders.
Door je heen schieten om het te doen was gewoon een.... extraatjeShooting through you to do it was just a... perk.
En dat laat ze schieten om voor u te komen werken.She's turning that down to stay here with you. I don't understand it.
Ik dacht toen dat ie ons dood kwam schieten om wat wij hadden gedaan.I thought he came to kill us for what we had done.
Ik had eigenlijk iedere apotheek in de buurt overhoop moeten schieten om jou ieder greintje pijn te besparen.What I should have done is shot up every pharmacy in the neighborhood just to spare you one second of pain.
Ik heb 'n tv-film laten schieten om Richard III op te kunnen voeren.I gave up a TV movie in France to do Richard III in Milwaukee.
"Doe elkaar en plezier en schiet!"What are you doing? Fire!
"Ga vooruit en schiet de honden neer!""Go ahead and shoot the dogs!"
"Liggen!" Ik hoor glas en haar hoofd schiet terug. "Liggen!""Get down!" I hear glass, and her head snaps back.
"als je niet binnen 30 seconden die deur uit bent, schiet ik"?"If you're not out that door in 30 seconds, I'll shoot you"?
'Als ik die baby niet doodschiet... schiet Raul mij dood.' Is het zo gegaan?If I don't shoot that baby, Raoul's gonna shoot me."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschieten
tear
beschieten
fire upon
inschieten
shoot
opschieten
hurry up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?