Omrekenen (to convert) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of omrekenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
reken om
I convert
rekent om
you convert
rekent om
he/she/it converts
rekenen om
we convert
rekenen om
you all convert
rekenen om
they convert
Present perfect tense
heb omgerekend
I have converted
hebt omgerekend
you have converted
heeft omgerekend
he/she/it has converted
hebben omgerekend
we have converted
hebben omgerekend
you all have converted
hebben omgerekend
they have converted
Past tense
rekende om
I converted
rekende om
you converted
rekende om
he/she/it converted
rekenden om
we converted
rekenden om
you all converted
rekenden om
they converted
Future tense
zal omrekenen
I will convert
zult omrekenen
you will convert
zal omrekenen
he/she/it will convert
zullen omrekenen
we will convert
zullen omrekenen
you all will convert
zullen omrekenen
they will convert
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omrekenen
I would convert
zou omrekenen
you would convert
zou omrekenen
he/she/it would convert
zouden omrekenen
we would convert
zouden omrekenen
you all would convert
zouden omrekenen
they would convert
Subjunctive mood
rekene om
I convert
rekene om
you convert
rekene om
he/she/it convert
rekene om
we convert
rekene om
you all convert
rekene om
they convert
Past perfect tense
had omgerekend
I had converted
had omgerekend
you had converted
had omgerekend
he/she/it had converted
hadden omgerekend
we had converted
hadden omgerekend
you all had converted
hadden omgerekend
they had converted
Future perf.
zal omgerekend hebben
I will have converted
zal omgerekend hebben
you will have converted
zal omgerekend hebben
he/she/it will have converted
zullen omgerekend hebben
we will have converted
zullen omgerekend hebben
you all will have converted
zullen omgerekend hebben
they will have converted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgerekend hebben
I would have converted
zou omgerekend hebben
you would have converted
zou omgerekend hebben
he/she/it would have converted
zouden omgerekend hebben
we would have converted
zouden omgerekend hebben
you all would have converted
zouden omgerekend hebben
they would have converted
Present bijzin tense
omreken
I convert
omrekent
you convert
omrekent
he/she/it converts
omrekenen
we convert
omrekenen
you all convert
omrekenen
they convert
Past bijzin tense
omrekende
I converted
omrekende
you converted
omrekende
he/she/it converted
omrekenden
we converted
omrekenden
you all converted
omrekenden
they converted
Future bijzin tense
zal omrekenen
I will convert
zult omrekenen
you will convert
zal omrekenen
he/she/it will convert
zullen omrekenen
we will convert
zullen omrekenen
you all will convert
zullen omrekenen
they will convert
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omrekenen
I would convert
zou omrekenen
you would convert
zou omrekenen
he/she/it would convert
zouden omrekenen
we would convert
zouden omrekenen
you all would convert
zouden omrekenen
they would convert
Subjunctive bijzin mood
omrekene
I convert
omrekene
you convert
omrekene
he/she/it convert
omrekene
we convert
omrekene
you all convert
omrekene
they convert
Du
Ihr
Imperative mood
reken om
convert
rekent
convert

Examples of omrekenen

Example in DutchTranslation in English
En nu aftrekken, vermenigvuldigen, en omrekenen naar grammen en kilo's.Now, subtract, multiply, and convert to grams and kilos.
Even omrekenen.Just give me a second here to do a little converting.
Ik heb het alvast laten omrekenen in uw eenheden.l thought you'd be interested in the figure, so we converted it to your weight system.
Denk eraan dat het geld op je bankrekening al omgerekend is.Remember the money in your bank account has already been converted.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afrekenen
pay
berekenen
calculate
inrekenen
nab
narekenen
calculate
optekenen
record

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omkanten
do
omkruipen
do
omlaaggaan
do
omladen
charge reversal
ompoten
do
omprangen
do
omranken
do
omrasteren
fence
omreizen
travel about
omrijden
convert

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'convert':

None found.
Learning languages?