Nawerken (to work overtime) conjugation

Dutch

Conjugation of nawerken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
werk na
I work overtime
werkt na
you work overtime
werkt na
he/she/it works overtime
werken na
we work overtime
werken na
you all work overtime
werken na
they work overtime
Present perfect tense
heb nagewerkt
I have worked overtime
hebt nagewerkt
you have worked overtime
heeft nagewerkt
he/she/it has worked overtime
hebben nagewerkt
we have worked overtime
hebben nagewerkt
you all have worked overtime
hebben nagewerkt
they have worked overtime
Past tense
werkte na
I worked overtime
werkte na
you worked overtime
werkte na
he/she/it worked overtime
werkten na
we worked overtime
werkten na
you all worked overtime
werkten na
they worked overtime
Future tense
zal nawerken
I will work overtime
zult nawerken
you will work overtime
zal nawerken
he/she/it will work overtime
zullen nawerken
we will work overtime
zullen nawerken
you all will work overtime
zullen nawerken
they will work overtime
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nawerken
I would work overtime
zou nawerken
you would work overtime
zou nawerken
he/she/it would work overtime
zouden nawerken
we would work overtime
zouden nawerken
you all would work overtime
zouden nawerken
they would work overtime
Subjunctive mood
werke na
I work overtime
werke na
you work overtime
werke na
he/she/it work overtime
werke na
we work overtime
werke na
you all work overtime
werke na
they work overtime
Past perfect tense
had nagewerkt
I had worked overtime
had nagewerkt
you had worked overtime
had nagewerkt
he/she/it had worked overtime
hadden nagewerkt
we had worked overtime
hadden nagewerkt
you all had worked overtime
hadden nagewerkt
they had worked overtime
Future perf.
zal nagewerkt hebben
I will have worked overtime
zal nagewerkt hebben
you will have worked overtime
zal nagewerkt hebben
he/she/it will have worked overtime
zullen nagewerkt hebben
we will have worked overtime
zullen nagewerkt hebben
you all will have worked overtime
zullen nagewerkt hebben
they will have worked overtime
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagewerkt hebben
I would have worked overtime
zou nagewerkt hebben
you would have worked overtime
zou nagewerkt hebben
he/she/it would have worked overtime
zouden nagewerkt hebben
we would have worked overtime
zouden nagewerkt hebben
you all would have worked overtime
zouden nagewerkt hebben
they would have worked overtime
Present bijzin tense
nawerk
I work overtime
nawerkt
you work overtime
nawerkt
he/she/it works overtime
nawerken
we work overtime
nawerken
you all work overtime
nawerken
they work overtime
Past bijzin tense
nawerkte
I worked overtime
nawerkte
you worked overtime
nawerkte
he/she/it worked overtime
nawerkten
we worked overtime
nawerkten
you all worked overtime
nawerkten
they worked overtime
Future bijzin tense
zal nawerken
I will work overtime
zult nawerken
you will work overtime
zal nawerken
he/she/it will work overtime
zullen nawerken
we will work overtime
zullen nawerken
you all will work overtime
zullen nawerken
they will work overtime
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nawerken
I would work overtime
zou nawerken
you would work overtime
zou nawerken
he/she/it would work overtime
zouden nawerken
we would work overtime
zouden nawerken
you all would work overtime
zouden nawerken
they would work overtime
Subjunctive bijzin mood
nawerke
I work overtime
nawerke
you work overtime
nawerke
he/she/it work overtime
nawerke
we work overtime
nawerke
you all work overtime
nawerke
they work overtime
Du
Ihr
Imperative mood
werk na
work overtime
werkt na
work overtime

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afwerken
deflect
bewerken
work
inwerken
affect
nawerpen
do
omwerken
scarify
opwerken
work up

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nasluipen
steal after
nationaliseren
do
natrappen
injury to insult
natrillen
do
navlooien
do
navorsen
investigate
nawegen
overpoise
nawerpen
do
neerkletteren
patter down
neerladen
down load

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'work overtime':

None found.
Learning languages?