Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Nasluipen (to steal after) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sluip na
sluipt na
sluipt na
sluipen na
sluipen na
sluipen na
Present perfect tense
ben nageslopen
bent nageslopen
is nageslopen
zijn nageslopen
zijn nageslopen
zijn nageslopen
Past tense
sloop na
sloop na
sloop na
slopen na
slopen na
slopen na
Future tense
zal nasluipen
zult nasluipen
zal nasluipen
zullen nasluipen
zullen nasluipen
zullen nasluipen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nasluipen
zou nasluipen
zou nasluipen
zouden nasluipen
zouden nasluipen
zouden nasluipen
Subjunctive mood
sluipe na
sluipe na
sluipe na
sluipe na
sluipe na
sluipe na
Past perfect tense
was nageslopen
was nageslopen
was nageslopen
waren nageslopen
waren nageslopen
waren nageslopen
Future perf.
zal nageslopen zijn
zal nageslopen zijn
zal nageslopen zijn
zullen nageslopen zijn
zullen nageslopen zijn
zullen nageslopen zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nageslopen zijn
zou nageslopen zijn
zou nageslopen zijn
zouden nageslopen zijn
zouden nageslopen zijn
zouden nageslopen zijn
Present bijzin tense
nasluip
nasluipt
nasluipt
nasluipen
nasluipen
nasluipen
Past bijzin tense
nasloop
nasloop
nasloop
naslopen
naslopen
naslopen
Future bijzin tense
zal nasluipen
zult nasluipen
zal nasluipen
zullen nasluipen
zullen nasluipen
zullen nasluipen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nasluipen
zou nasluipen
zou nasluipen
zouden nasluipen
zouden nasluipen
zouden nasluipen
Subjunctive bijzin mood
nasluipe
nasluipe
nasluipe
nasluipe
nasluipe
nasluipe
Du
Ihr
Imperative mood
sluip na
sluipt na

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afsluipen
do
besluipen
stalk
insluipen
slip in

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'steal after':

None found.