Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Meepakken (to do) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of meepakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pak mee
I do
pakt mee
you do
pakt mee
he/she/it does
pakken mee
we do
pakken mee
you all do
pakken mee
they do
Present perfect tense
heb meegepakt
I have done
hebt meegepakt
you have done
heeft meegepakt
he/she/it has done
hebben meegepakt
we have done
hebben meegepakt
you all have done
hebben meegepakt
they have done
Past tense
pakte mee
I did
pakte mee
you did
pakte mee
he/she/it did
pakten mee
we did
pakten mee
you all did
pakten mee
they did
Future tense
zal meepakken
I will do
zult meepakken
you will do
zal meepakken
he/she/it will do
zullen meepakken
we will do
zullen meepakken
you all will do
zullen meepakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meepakken
I would do
zou meepakken
you would do
zou meepakken
he/she/it would do
zouden meepakken
we would do
zouden meepakken
you all would do
zouden meepakken
they would do
Subjunctive mood
pakke mee
I do
pakke mee
you do
pakke mee
he/she/it do
pakke mee
we do
pakke mee
you all do
pakke mee
they do
Past perfect tense
had meegepakt
I had done
had meegepakt
you had done
had meegepakt
he/she/it had done
hadden meegepakt
we had done
hadden meegepakt
you all had done
hadden meegepakt
they had done
Future perf.
zal meegepakt hebben
I will have done
zal meegepakt hebben
you will have done
zal meegepakt hebben
he/she/it will have done
zullen meegepakt hebben
we will have done
zullen meegepakt hebben
you all will have done
zullen meegepakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou meegepakt hebben
I would have done
zou meegepakt hebben
you would have done
zou meegepakt hebben
he/she/it would have done
zouden meegepakt hebben
we would have done
zouden meegepakt hebben
you all would have done
zouden meegepakt hebben
they would have done
Present bijzin tense
meepak
I do
meepakt
you do
meepakt
he/she/it does
meepakken
we do
meepakken
you all do
meepakken
they do
Past bijzin tense
meepakte
I did
meepakte
you did
meepakte
he/she/it did
meepakten
we did
meepakten
you all did
meepakten
they did
Future bijzin tense
zal meepakken
I will do
zult meepakken
you will do
zal meepakken
he/she/it will do
zullen meepakken
we will do
zullen meepakken
you all will do
zullen meepakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou meepakken
I would do
zou meepakken
you would do
zou meepakken
he/she/it would do
zouden meepakken
we would do
zouden meepakken
you all would do
zouden meepakken
they would do
Subjunctive bijzin mood
meepakke
I do
meepakke
you do
meepakke
he/she/it do
meepakke
we do
meepakke
you all do
meepakke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
pak m
do
pakt
do

Examples of meepakken

Example in DutchTranslation in English
Aan dit tempo ga ik mijn vrouw kunnen kussen, haar in een taxi zetten, en een hot dog meepakken op de terugweg naar hier.At this rate, I'm gonna have to kiss my wife, put her in a cab, and grab a hot dog on my way back here.
Het spul afleveren, de poen meepakken.Drop off the decks, take the dough.
Maar voor ik haar kan meepakken, stormt er daar een baviaan op me af, slaat mij neer, en sleurt Evi mee naar buiten.But for her I can meepakken, storms there as a baboon to me, turn me down, Evi and drags me outside.
Waarom zou hij z'n vriend geen dienst bewijzen en zelf wat roem meepakken?So why not do a friend a favor and get your 15 minutes of fame?
We hebben zelfs geen badges. Plus je kunt niet zomaar bewijs meepakkenWe don't even have badges.
Maar ik bel om te vragen of ik mijn linnen pak mee moet nemen of misschien iets formelers?So I was just calling to see, should I pack my linen suit or do I need something a little more formal?
Weet je zeker dat ze niet in de kast hangen en je ze niet meepakte zoals gewoonlijk?Are you sure they're not just hanging in the closet and you didn't pack them like you usually do?
- Dimmen, of ik pak m'n penning.Dude , don't make me show you my badge.
- Ik pak m'n spullen.What are you doing? - I'm packing.
- Ik pak m'n tas.- Outdoor space.
- Nee, ik weet het. Ik ga en pak m'n ballen in.I don't remember exactly how to get there.
Als je weggesleept bent, klim ik eruit, pak m'n geld en ga kijken hoe Randy scoort. Klinkt goed.Once I'm towed into the impound, I'll hop out, get my money, head on over to the highschool, and watch Randy score a touchdown.
"Lisa, als je geen gum pakt,"Lisa, if you don't get some gum,
' Dus Miss Nancy Sue Parker uit Independence, Ohio, pakt een stoel en gaat pardoes aan m'n hart zitten.And wham, bang, Miss Nancy Sue Parker of Independence, Ohio, pulls up a chair and sits right down in my heart.
'Het' pakt iedereen van wie ik hou, van me af. En het sleurt me mee, en als ik geen kracht meer heb om te vechten, dan komt 'het' achter mij aan.And going to do that all away from me.
'Hoe vertel je iemand over iets dat je naar binnen lokt... je de hemel belooft, je pakt en de hel laat zien... en je pas loslaat als je dood bent?"How do you tell somebody about something that lures you in, "promises you heaven, "grabs you and shows you hell,
- Als de politie je niet pakt doe ik het. Hebt u dat gezegd?"If the police don't get you, I will."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meelokken
lure
meepikken
do
mispakken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

marineren
marinate
mathematiseren
mathematize
medestrijden
do
meediscussiƫren
join the discussion
meegaan
join
meeleven
do
meemaken
witness
meeondertekenen
countersign
meepikken
do
meezitten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.