Kofferen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of kofferen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
koffer
I do
koffert
you do
koffert
he/she/it does
kofferen
we do
kofferen
you all do
kofferen
they do
Present perfect tense
heb gekofferd
I have done
hebt gekofferd
you have done
heeft gekofferd
he/she/it has done
hebben gekofferd
we have done
hebben gekofferd
you all have done
hebben gekofferd
they have done
Past tense
kofferde
I did
kofferde
you did
kofferde
he/she/it did
kofferden
we did
kofferden
you all did
kofferden
they did
Future tense
zal kofferen
I will do
zult kofferen
you will do
zal kofferen
he/she/it will do
zullen kofferen
we will do
zullen kofferen
you all will do
zullen kofferen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kofferen
I would do
zou kofferen
you would do
zou kofferen
he/she/it would do
zouden kofferen
we would do
zouden kofferen
you all would do
zouden kofferen
they would do
Subjunctive mood
koffere
I do
koffere
you do
koffere
he/she/it do
koffere
we do
koffere
you all do
koffere
they do
Past perfect tense
had gekofferd
I had done
had gekofferd
you had done
had gekofferd
he/she/it had done
hadden gekofferd
we had done
hadden gekofferd
you all had done
hadden gekofferd
they had done
Future perf.
zal gekofferd hebben
I will have done
zal gekofferd hebben
you will have done
zal gekofferd hebben
he/she/it will have done
zullen gekofferd hebben
we will have done
zullen gekofferd hebben
you all will have done
zullen gekofferd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekofferd hebben
I would have done
zou gekofferd hebben
you would have done
zou gekofferd hebben
he/she/it would have done
zouden gekofferd hebben
we would have done
zouden gekofferd hebben
you all would have done
zouden gekofferd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
koffer
do
koffert
do

Examples of kofferen

Example in DutchTranslation in English
"" Hoe u durf je die achterdeur uit te gaan... met je koffer"?"how dare you go out that back door "with your little suitcase?
$5 per koffer?- Five dollars a bag?
'Als je tegengehouden wordt en ze openen de koffer, weet je nergens van. '"and they open the cajuela, you don't know anything."
'Een man geeft je een koffer met een miljoen dollar.'"A man gives you a suitcase with a million dollars.
- Don Self heeft een metalen koffer... en ik weet niet wat erin zit.Don Self has a metal case out there and I don't know what's in it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bufferen
buffer
jufferen
do
kafferen
rage
koeteren
do
kokkeren
do
kolderen
do
kotteren
cotter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

klunzen
do
knielen
kneel
knipperen
blink
knisperen
crackle
koetsen
do
koffiedrinken
drink coffee
kollen
do
konvooieren
convoy
koppen
couple
korrelen
granulate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?