Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Kietelen (to tickle) conjugation

Dutch
30 examples

Conjugation of kietelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kietel
I tickle
kietelt
you tickle
kietelt
he/she/it tickles
kietelen
we tickle
kietelen
you all tickle
kietelen
they tickle
Present perfect tense
heb gekieteld
I have tickled
hebt gekieteld
you have tickled
heeft gekieteld
he/she/it has tickled
hebben gekieteld
we have tickled
hebben gekieteld
you all have tickled
hebben gekieteld
they have tickled
Past tense
kietelde
I tickled
kietelde
you tickled
kietelde
he/she/it tickled
kietelden
we tickled
kietelden
you all tickled
kietelden
they tickled
Future tense
zal kietelen
I will tickle
zult kietelen
you will tickle
zal kietelen
he/she/it will tickle
zullen kietelen
we will tickle
zullen kietelen
you all will tickle
zullen kietelen
they will tickle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kietelen
I would tickle
zou kietelen
you would tickle
zou kietelen
he/she/it would tickle
zouden kietelen
we would tickle
zouden kietelen
you all would tickle
zouden kietelen
they would tickle
Subjunctive mood
kietele
I tickle
kietele
you tickle
kietele
he/she/it tickle
kietele
we tickle
kietele
you all tickle
kietele
they tickle
Past perfect tense
had gekieteld
I had tickled
had gekieteld
you had tickled
had gekieteld
he/she/it had tickled
hadden gekieteld
we had tickled
hadden gekieteld
you all had tickled
hadden gekieteld
they had tickled
Future perf.
zal gekieteld hebben
I will have tickled
zal gekieteld hebben
you will have tickled
zal gekieteld hebben
he/she/it will have tickled
zullen gekieteld hebben
we will have tickled
zullen gekieteld hebben
you all will have tickled
zullen gekieteld hebben
they will have tickled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekieteld hebben
I would have tickled
zou gekieteld hebben
you would have tickled
zou gekieteld hebben
he/she/it would have tickled
zouden gekieteld hebben
we would have tickled
zouden gekieteld hebben
you all would have tickled
zouden gekieteld hebben
they would have tickled
Du
Ihr
Imperative mood
kietel
tickle
kietelt
tickle

Examples of kietelen

Example in DutchTranslation in English
- Ah. ik ga je kietelen!- Ah. I'm gonna tickle you!
- Dat weet ik. Wees voorzichtig, of ik zal jouw zijbeen eens kietelen.I know, Bones, but you better be careful, or I'm gonna tickle your schmavicle.
- Friemelen kietelen...- Ickler tickler...
- Het kan zelfs kietelen. Ga maar.- Might even tickle.
- Iemand kan niet tegen kietelen.- Stop! - Someone has tickled.
- Ik kietel je niet.I'm not gonna tickle you.
- Ik zei dat ik mijn kietel vriendin terug wil.- I said I want my tickle friend back.
. Kietel, kietel.- Tickle, tickle.
Alsjeblief, kietel me niet.Please don't tickle me.
Bind me vast en kietel me.Tie me down and tickle me.
'Als gij ons kietelt, lachen wij dan niet? '"If you tickle us, do we not laugh?
(DIK:) Hou op, dat kietelt.Get off, that tickles!
- Dat kietelt, luitenant.That tickles, Lieutenant.
- Dat kietelt.- That marker tickles!
Als je gekieteld wordt, zelfs als je het niet wilt, zul je lachen.If you're tickled, even if you don't want to be, you laugh.
Als we bij Bob in bed kruipen, worden we niet eens gekieteld.Blow our load with Bob, we might not get our balls tickled.
Ben je wel eens van binnen gekieteld?- Have you ever been tickled on the inside?
Dan word je gemeen gekieteld.You get viciously tickled.
Dankbaar dat ik niet meer weet hoe het voelt als je rug gekieteld wordt.For not being tickled in so long, I forget how it feels!
- Het kietelde even, toen begon het te jeuken. Dan ben je te aardig tegen haar geweest.it tickled for a second but than it itched you must been too nice to her.
- Het kietelde zo.- The so tickled.
- Het kietelde, maar toch was het leuk.- It tickled, but I kind of liked it.
-Het kietelde.- It tickled.
Daarbij, jij zou nog geen heer herkennen als hij je zou besluipen en van achter je... en je ballen kietelde.Besides, you wouldn't know a gentleman if he tiptoed up behind you and tickled your balls. Hello.
De paardebloemen kietelden zijn neus en hij lachte hardop."The dandelions tickled his nose, "till he laughed out loud.
En het poesje spin-spin-spinde... toen de vingers van haar baasje haar kietel-kietelden onder haar kinnetje."And the little Kitty purr-purr-purred as the hands and fingers of her owner tickle-tickle-tickled her under her chinny-chin-chin. Sleep, Kitty...
Hoe ze kietelden op weg naar je maag?How they tickled on the way down?
Je vader was een 'kietelend monster'.Your dad was a tickling monster.
Kleine visjes in doorschijnende wolken, haar kietelend met hun glibberige staarten.Small fish in translucent clouds, tickling her with their slithery tails.
Volgens mij veroorzaakt dat mes niet meer dan een licht kietelend gevoel in de nek.I have always suspected that the blade coming down... causes no more than a slight tickling sensation... on the back of the neck.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hoetelen
do
kantelen
tilt
kartelen
pink
keutelen
do
kibbelen
quibble
kinkelen
do
kittelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kannibaliseren
cannibalize
kathalzen
do
kidnappen
kidnap
kienen
do
kieskauwen
piddle
kiezen
choose
klaarmaken
prepare
kladderen
draft approach
klapwieken
clap
klaren
clap

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tickle':

None found.