Kieperen (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of kieperen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kieper
I do
kiepert
you do
kiepert
he/she/it does
kieperen
we do
kieperen
you all do
kieperen
they do
Present perfect tense
heb gekieperd
I have done
hebt gekieperd
you have done
heeft gekieperd
he/she/it has done
hebben gekieperd
we have done
hebben gekieperd
you all have done
hebben gekieperd
they have done
Past tense
kieperde
I did
kieperde
you did
kieperde
he/she/it did
kieperden
we did
kieperden
you all did
kieperden
they did
Future tense
zal kieperen
I will do
zult kieperen
you will do
zal kieperen
he/she/it will do
zullen kieperen
we will do
zullen kieperen
you all will do
zullen kieperen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kieperen
I would do
zou kieperen
you would do
zou kieperen
he/she/it would do
zouden kieperen
we would do
zouden kieperen
you all would do
zouden kieperen
they would do
Subjunctive mood
kiepere
I do
kiepere
you do
kiepere
he/she/it do
kiepere
we do
kiepere
you all do
kiepere
they do
Past perfect tense
had gekieperd
I had done
had gekieperd
you had done
had gekieperd
he/she/it had done
hadden gekieperd
we had done
hadden gekieperd
you all had done
hadden gekieperd
they had done
Future perf.
zal gekieperd hebben
I will have done
zal gekieperd hebben
you will have done
zal gekieperd hebben
he/she/it will have done
zullen gekieperd hebben
we will have done
zullen gekieperd hebben
you all will have done
zullen gekieperd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekieperd hebben
I would have done
zou gekieperd hebben
you would have done
zou gekieperd hebben
he/she/it would have done
zouden gekieperd hebben
we would have done
zouden gekieperd hebben
you all would have done
zouden gekieperd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
kieper
do
kiepert
do

Examples of kieperen

Example in DutchTranslation in English
Ik hoop van wel of hij kan ze anders wel eens door het raam kieperen.Hope so, or he's about to pitch an old lady out the window.
Ze zullen niet zomaar iedereen overboord kieperen!They don't get to throw anybody out of the lifeboat!
Zoveel goud dat ze een week lang... goud naar buiten konden kieperen en er nog in konden zwemmen.Such goldness, they might have... thrown it out of the window for a week and still be swamped.
En kieper zo'n wagen nooit meer leeg.Also, don't tip a truck on a problem customer.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

creperen
do
kamperen
camp
kikkeren
do
sieperen
do

Similar but longer

omkieperen
overturn

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?