Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Invriezen (to freeze in) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of invriezen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vries in
I freeze in
vriest in
you freeze in
vriest in
he/she/it freezes in
vriezen in
we freeze in
vriezen in
you all freeze in
vriezen in
they freeze in
Present perfect tense
heb ingevroren
I have frozen in
hebt ingevroren
you have frozen in
heeft ingevroren
he/she/it has frozen in
hebben ingevroren
we have frozen in
hebben ingevroren
you all have frozen in
hebben ingevroren
they have frozen in
Past tense
vroor in
I froze in
vroor in
you froze in
vroor in
he/she/it froze in
vroren in
we froze in
vroren in
you all froze in
vroren in
they froze in
Future tense
zal invriezen
I will freeze in
zult invriezen
you will freeze in
zal invriezen
he/she/it will freeze in
zullen invriezen
we will freeze in
zullen invriezen
you all will freeze in
zullen invriezen
they will freeze in
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou invriezen
I would freeze in
zou invriezen
you would freeze in
zou invriezen
he/she/it would freeze in
zouden invriezen
we would freeze in
zouden invriezen
you all would freeze in
zouden invriezen
they would freeze in
Subjunctive mood
vrieze in
I freeze in
vrieze in
you freeze in
vrieze in
he/she/it freeze in
vrieze in
we freeze in
vrieze in
you all freeze in
vrieze in
they freeze in
Past perfect tense
had ingevroren
I had frozen in
had ingevroren
you had frozen in
had ingevroren
he/she/it had frozen in
hadden ingevroren
we had frozen in
hadden ingevroren
you all had frozen in
hadden ingevroren
they had frozen in
Future perf.
zal ingevroren hebben
I will have frozen in
zal ingevroren hebben
you will have frozen in
zal ingevroren hebben
he/she/it will have frozen in
zullen ingevroren hebben
we will have frozen in
zullen ingevroren hebben
you all will have frozen in
zullen ingevroren hebben
they will have frozen in
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingevroren hebben
I would have frozen in
zou ingevroren hebben
you would have frozen in
zou ingevroren hebben
he/she/it would have frozen in
zouden ingevroren hebben
we would have frozen in
zouden ingevroren hebben
you all would have frozen in
zouden ingevroren hebben
they would have frozen in
Present bijzin tense
invries
I freeze in
invriest
you freeze in
invriest
he/she/it freezes in
invriezen
we freeze in
invriezen
you all freeze in
invriezen
they freeze in
Past bijzin tense
invroor
I froze in
invroor
you froze in
invroor
he/she/it froze in
invroren
we froze in
invroren
you all froze in
invroren
they froze in
Future bijzin tense
zal invriezen
I will freeze in
zult invriezen
you will freeze in
zal invriezen
he/she/it will freeze in
zullen invriezen
we will freeze in
zullen invriezen
you all will freeze in
zullen invriezen
they will freeze in
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou invriezen
I would freeze in
zou invriezen
you would freeze in
zou invriezen
he/she/it would freeze in
zouden invriezen
we would freeze in
zouden invriezen
you all would freeze in
zouden invriezen
they would freeze in
Subjunctive bijzin mood
invrieze
I freeze in
invrieze
you freeze in
invrieze
he/she/it freeze in
invrieze
we freeze in
invrieze
you all freeze in
invrieze
they freeze in
Du
Ihr
Imperative mood
vries in
freeze in
vriest in
freeze in

Examples of invriezen

Example in DutchTranslation in English
Garcia kon online niets vinden over de Forever People of sekten die invriezen, maar ze vond deze man, Adam Lewis.Ok, so Garcia couldn't find anything online about the forever people or cults that freeze in general, but she found this guy, Adam Lewis.
Maar toen heb ik hem nog een drankje gegeven en ik heb er nog wat anti-vries in gedaan.But then I got him another drink, and I put some more antifreeze in it.
- De patiënt is in 1973 ingevroren.- Yes. The subject was frozen in 1973.
Als Lex Luthor nooit ingevroren was, zou hij de 31e eeuw niet halen.If Lex Luthor was never frozen in ice, then he'd never even make it to the 31st century.
De Terrianen geloofden dat dit al deze... levensnoodzakelijke aspecten van hun bestaan... ingevroren werden in een enkel Terriaan, die opgeslokt werd door de aarde.The Terrians believed that all these primordial aspects of their being... were frozen into one single Terrian, who was swallowed by the earth.
Deze aarde zit vol plantaardig materiaal en koolstof... ingevroren in het ijs.It's just soil stuffed full of plants, stuffed full of carbon and frozen in ice.
En hij is nog steeds ingevroren.And he's still frozen in carbonite.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afvriezen
do
bevriezen
freeze
opvriezen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inpekelen
do
instromen
do
intomen
curb
introduceren
intrigue
invechten
infight
invlechten
braid
invreten
corrode
invullen
fill in
inwonen
exchange
iriseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'freeze in':

None found.