Afvriezen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of afvriezen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vries af
I do
vriest af
you do
vriest af
he/she/it does
vriezen af
we do
vriezen af
you all do
vriezen af
they do
Present perfect tense
ben afgevroren
I have done
bent afgevroren
you have done
is afgevroren
he/she/it has done
zijn afgevroren
we have done
zijn afgevroren
you all have done
zijn afgevroren
they have done
Past tense
vroor af
I did
vroor af
you did
vroor af
he/she/it did
vroren af
we did
vroren af
you all did
vroren af
they did
Future tense
zal afvriezen
I will do
zult afvriezen
you will do
zal afvriezen
he/she/it will do
zullen afvriezen
we will do
zullen afvriezen
you all will do
zullen afvriezen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afvriezen
I would do
zou afvriezen
you would do
zou afvriezen
he/she/it would do
zouden afvriezen
we would do
zouden afvriezen
you all would do
zouden afvriezen
they would do
Subjunctive mood
vrieze af
I do
vrieze af
you do
vrieze af
he/she/it do
vrieze af
we do
vrieze af
you all do
vrieze af
they do
Past perfect tense
was afgevroren
I had done
was afgevroren
you had done
was afgevroren
he/she/it had done
waren afgevroren
we had done
waren afgevroren
you all had done
waren afgevroren
they had done
Future perf.
zal afgevroren zijn
I will have done
zal afgevroren zijn
you will have done
zal afgevroren zijn
he/she/it will have done
zullen afgevroren zijn
we will have done
zullen afgevroren zijn
you all will have done
zullen afgevroren zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgevroren zijn
I would have done
zou afgevroren zijn
you would have done
zou afgevroren zijn
he/she/it would have done
zouden afgevroren zijn
we would have done
zouden afgevroren zijn
you all would have done
zouden afgevroren zijn
they would have done
Present bijzin tense
afvries
I do
afvriest
you do
afvriest
he/she/it does
afvriezen
we do
afvriezen
you all do
afvriezen
they do
Past bijzin tense
afvroor
I did
afvroor
you did
afvroor
he/she/it did
afvroren
we did
afvroren
you all did
afvroren
they did
Future bijzin tense
zal afvriezen
I will do
zult afvriezen
you will do
zal afvriezen
he/she/it will do
zullen afvriezen
we will do
zullen afvriezen
you all will do
zullen afvriezen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afvriezen
I would do
zou afvriezen
you would do
zou afvriezen
he/she/it would do
zouden afvriezen
we would do
zouden afvriezen
you all would do
zouden afvriezen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afvrieze
I do
afvrieze
you do
afvrieze
he/she/it do
afvrieze
we do
afvrieze
you all do
afvrieze
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vries af
do
vriest af
do

Examples of afvriezen

Example in DutchTranslation in English
Iets wat ik absoluut niet mis van het getrouwd zijn is hier iedere zondag mee heen getrokken worden. Mijn tenen er laten afvriezen, en mijn voetbalwedstrijd te missen.One thing I don't miss about married life is getting dragged down here every Sunday, freezing' my ass off, missin' my 49ers.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bevriezen
freeze
invriezen
freeze in
opvriezen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?