Inspelden (to do) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of inspelden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
speld in
I do
speldt in
you do
speldt in
he/she/it does
spelden in
we do
spelden in
you all do
spelden in
they do
Present perfect tense
heb ingespeld
I have done
hebt ingespeld
you have done
heeft ingespeld
he/she/it has done
hebben ingespeld
we have done
hebben ingespeld
you all have done
hebben ingespeld
they have done
Past tense
speldde in
I did
speldde in
you did
speldde in
he/she/it did
speldden in
we did
speldden in
you all did
speldden in
they did
Future tense
zal inspelden
I will do
zult inspelden
you will do
zal inspelden
he/she/it will do
zullen inspelden
we will do
zullen inspelden
you all will do
zullen inspelden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inspelden
I would do
zou inspelden
you would do
zou inspelden
he/she/it would do
zouden inspelden
we would do
zouden inspelden
you all would do
zouden inspelden
they would do
Subjunctive mood
spelde in
I do
spelde in
you do
spelde in
he/she/it do
spelde in
we do
spelde in
you all do
spelde in
they do
Past perfect tense
had ingespeld
I had done
had ingespeld
you had done
had ingespeld
he/she/it had done
hadden ingespeld
we had done
hadden ingespeld
you all had done
hadden ingespeld
they had done
Future perf.
zal ingespeld hebben
I will have done
zal ingespeld hebben
you will have done
zal ingespeld hebben
he/she/it will have done
zullen ingespeld hebben
we will have done
zullen ingespeld hebben
you all will have done
zullen ingespeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingespeld hebben
I would have done
zou ingespeld hebben
you would have done
zou ingespeld hebben
he/she/it would have done
zouden ingespeld hebben
we would have done
zouden ingespeld hebben
you all would have done
zouden ingespeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
inspeld
I do
inspeldt
you do
inspeldt
he/she/it does
inspelden
we do
inspelden
you all do
inspelden
they do
Past bijzin tense
inspeldde
I did
inspeldde
you did
inspeldde
he/she/it did
inspeldden
we did
inspeldden
you all did
inspeldden
they did
Future bijzin tense
zal inspelden
I will do
zult inspelden
you will do
zal inspelden
he/she/it will do
zullen inspelden
we will do
zullen inspelden
you all will do
zullen inspelden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inspelden
I would do
zou inspelden
you would do
zou inspelden
he/she/it would do
zouden inspelden
we would do
zouden inspelden
you all would do
zouden inspelden
they would do
Subjunctive bijzin mood
inspelde
I do
inspelde
you do
inspelde
he/she/it do
inspelde
we do
inspelde
you all do
inspelde
they do
Du
Ihr
Imperative mood
speld in
do
speldt in
do

Examples of inspelden

Example in DutchTranslation in English
- Het blijft een speld in een hooiberg.- Doesn't narrow it down much.
- Moeten we er een speld in steken?- And what are we supposed to do?
Als ik met een speld in zijn poot por, voelt Peter dat dan?If I poke its leg with a pin, does Peter feel it?
Dit ding uitschakelen is als het vinden van een speld in een hooiberg.So, shutting this thing down is like trying to find a needle in a haystack.
Een speld in een hooiberg, doe wat je kunt om hem te vinden.This is one needle in a haystack we better find. Do whatever you have to do.
En toen hebben jullie ombeurten spelden in jullie Loganpop geprikt?And you took turns sticking pins in your Logan dolls?
En zij ligt waarschijnlijk al onder de lakens op dit ogenblik met een pop die op mij lijkt, en spelden in haar nek heeft steken.And she's probably under the covers right now With a doll that looks like me, And she's sticking pins in its neck.
Het halve kamp heeft een pop van 'm waar ze spelden in steken.Half this camp spends its time sticking pins in little Frank Burns dolls.
Krijg ik nu een kleine pop om spelden in te prikken?Will I get a little doll to stick pins into?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afspelden
do
inbeelden
imagine
omspelden
do
opspelden
pin up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?