Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Hoereren (to whore honor) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hoereer
hoereert
hoereert
hoereren
hoereren
hoereren
Present perfect tense
heb gehoereerd
hebt gehoereerd
heeft gehoereerd
hebben gehoereerd
hebben gehoereerd
hebben gehoereerd
Past tense
hoereerde
hoereerde
hoereerde
hoereerden
hoereerden
hoereerden
Future tense
zal hoereren
zult hoereren
zal hoereren
zullen hoereren
zullen hoereren
zullen hoereren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hoereren
zou hoereren
zou hoereren
zouden hoereren
zouden hoereren
zouden hoereren
Subjunctive mood
hoerere
hoerere
hoerere
hoerere
hoerere
hoerere
Past perfect tense
had gehoereerd
had gehoereerd
had gehoereerd
hadden gehoereerd
hadden gehoereerd
hadden gehoereerd
Future perf.
zal gehoereerd hebben
zal gehoereerd hebben
zal gehoereerd hebben
zullen gehoereerd hebben
zullen gehoereerd hebben
zullen gehoereerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehoereerd hebben
zou gehoereerd hebben
zou gehoereerd hebben
zouden gehoereerd hebben
zouden gehoereerd hebben
zouden gehoereerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
hoereer
hoereert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hongeren
hunger
hydreren
hydrate
itereren
do
opereren
operate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'whore honor':

None found.