Golfen (to golf) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of golfen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
golf
I golf
golft
you golf
golft
he/she/it golfs
golfen
we golf
golfen
you all golf
golfen
they golf
Present perfect tense
heb gegolft;heb gegolfd
I have golfed
hebt gegolft;hebt gegolfd
you have golfed
heeft gegolft;heeft gegolfd
he/she/it has golfed
hebben gegolft;hebben gegolfd
we have golfed
hebben gegolft;hebben gegolfd
you all have golfed
hebben gegolft;hebben gegolfd
they have golfed
Past tense
golfte;golfde
I golfed
golfte;golfde
you golfed
golfte;golfde
he/she/it golfed
golften;golfden
we golfed
golften;golfden
you all golfed
golften;golfden
they golfed
Future tense
zal golfen
I will golf
zult golfen
you will golf
zal golfen
he/she/it will golf
zullen golfen
we will golf
zullen golfen
you all will golf
zullen golfen
they will golf
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou golfen
I would golf
zou golfen
you would golf
zou golfen
he/she/it would golf
zouden golfen
we would golf
zouden golfen
you all would golf
zouden golfen
they would golf
Subjunctive mood
golfe
I golf
golfe
you golf
golfe
he/she/it golf
golfe
we golf
golfe
you all golf
golfe
they golf
Past perfect tense
had gegolft;had gegolfd
I had golfed
had gegolft;had gegolfd
you had golfed
had gegolft;had gegolfd
he/she/it had golfed
hadden gegolft;hadden gegolfd
we had golfed
hadden gegolft;hadden gegolfd
you all had golfed
hadden gegolft;hadden gegolfd
they had golfed
Future perf.
zal gegolft hebben;zal gegolfd hebben
I will have golfed
zal gegolft hebben;zal gegolfd hebben
you will have golfed
zal gegolft hebben;zal gegolfd hebben
he/she/it will have golfed
zullen gegolft hebben;zullen gegolfd hebben
we will have golfed
zullen gegolft hebben;zullen gegolfd hebben
you all will have golfed
zullen gegolft hebben;zullen gegolfd hebben
they will have golfed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegolft hebben;zou gegolfd hebben
I would have golfed
zou gegolft hebben;zou gegolfd hebben
you would have golfed
zou gegolft hebben;zou gegolfd hebben
he/she/it would have golfed
zouden gegolft hebben;zouden gegolfd hebben
we would have golfed
zouden gegolft hebben;zouden gegolfd hebben
you all would have golfed
zouden gegolft hebben;zouden gegolfd hebben
they would have golfed
Du
Ihr
Imperative mood
golf
golf
golft
golf

Examples of golfen

Example in DutchTranslation in English
'Welke klootzak gaat er nu de dag voor Kerstmis golfen? '"What asshole goes golfing on Christmas Eve?"
'n Beetje winkelen, en golfen.You know, some shopping, some golf.
- Dan ga ik altijd golfen.Saturday? Well, I have my golf game on Saturday, but...
- Dan leer jij mij golfen.- Then you can teach me to play golf.
- Dante is aan het golfen.- Dante's golfing now.
"Die instelling past niet bij golf."That kind of attitude doesn't have a place in golf.
"Ik wil je golf spel niet bederven maar..""I hate to spoil your golf game, but..."
"Omdat mijn handen golf spelen... maar als ik jou bekijk, zie ik dat jou je gezicht ook golf speelt"."'Cause my hands play golf. Be on that, I see your face plays golf."
'Golf is zo leuk, laten we op golf vakantie gaan'."Golf is so much fun. Let's go on a golfing vacation!"
'Jij speelt golf, ik ook."You like to play golf? I like to play golf.
- Hij golft beter dan hij liegt, niet?Plays golf better than he lies, huh?
- Hij golft niet eens.- He doesn't even golf.
- Ja. Ik doe het vuile werk graag... terwijl jij golft met die rijke vriendjes van je... maar houd die troep uit je neus.I don't mind doing the dirty work while you golf with your fancy little friends, as long as you keep your nose clean.
- Je golft met hem.-You play golf with him.
- Je vrouw golft zeker niet ?- Your wife's not a golfer!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

gokken
gamble
golven
golf
gommen
gum
gonzen
drone
gooien
throw
gorden
gird

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

gidsen
do
gladschuren
sand
glasstralen
glass blasting
glazuren
glaze
gluipen
sneak
gluren
peep
gokken
gamble
golven
golf
graderen
grab
grasmaaien
mow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'golf':

None found.
Learning languages?