Geleren (to do) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of geleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
geleer
I do
geleert
you do
geleert
he/she/it does
geleren
we do
geleren
you all do
geleren
they do
Present perfect tense
heb gegeleerd
I have done
hebt gegeleerd
you have done
heeft gegeleerd
he/she/it has done
hebben gegeleerd
we have done
hebben gegeleerd
you all have done
hebben gegeleerd
they have done
Past tense
geleerde
I did
geleerde
you did
geleerde
he/she/it did
geleerden
we did
geleerden
you all did
geleerden
they did
Future tense
zal geleren
I will do
zult geleren
you will do
zal geleren
he/she/it will do
zullen geleren
we will do
zullen geleren
you all will do
zullen geleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou geleren
I would do
zou geleren
you would do
zou geleren
he/she/it would do
zouden geleren
we would do
zouden geleren
you all would do
zouden geleren
they would do
Subjunctive mood
gelere
I do
gelere
you do
gelere
he/she/it do
gelere
we do
gelere
you all do
gelere
they do
Past perfect tense
had gegeleerd
I had done
had gegeleerd
you had done
had gegeleerd
he/she/it had done
hadden gegeleerd
we had done
hadden gegeleerd
you all had done
hadden gegeleerd
they had done
Future perf.
zal gegeleerd hebben
I will have done
zal gegeleerd hebben
you will have done
zal gegeleerd hebben
he/she/it will have done
zullen gegeleerd hebben
we will have done
zullen gegeleerd hebben
you all will have done
zullen gegeleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegeleerd hebben
I would have done
zou gegeleerd hebben
you would have done
zou gegeleerd hebben
he/she/it would have done
zouden gegeleerd hebben
we would have done
zouden gegeleerd hebben
you all would have done
zouden gegeleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
geleer
do
geleert
do

Examples of geleren

Example in DutchTranslation in English
Ik weet dat het tegen alles ingaat wat je hebt geleert, maar goed en fout bestaat.I'm sure this goes against everything you've been taught, but right and wrong do exist.
Waar heb je dat geleert wat je net deed?- Whew. Where did you learn to do that thing that you just did?
Als kind wou ik geleerde worden, maar 't is me niet gelukt."When I was young I wanted to be a scholar, but didn't become one!"
Een zestigjarige geleerde die niks fout deed, kreeg een zak over z'n hoofd.He was a 60-year-old scientist who did nothing but good and they put a bag over his head.
En wat had de grote geleerde vandaag te vertellen?And what did the great man of science have to say today?
Er was een Engels student aan Cornell in 1984 die haar afstudeerscriptie deed onder toezicht van Dr. Malcolm Taniston, een wereldberoemde geleerde op de Victoriaanse literatuur.There was an English student at Cornell in 1984 who did her senior thesis under the supervision of Dr. Malcolm Taniston, a world-renowned scholar on Victorian literature.
Misschien heeft Tom dingen gedaan waarvan de geleerde aanklager die duimt in z'n slaap, hem beschuldigt.Now, yes, maybe Tom Turner did do some of those things that the learned prosecutor, who sucks his thumb in his sleep, says that he did.
De ijskap smelt met een snelheid die zelfs de meest pessimistische geleerden... 10 jaar geleden niet voorzagen.The ice cap has began to melt at a speed that even the most pessimistic scientists did not envision 10 years ago.
En u weet alles van hem. M'n proefschrift ging over hedendaagse geleerden.- You seem to know all about him - l did a thesis on modern scientists
Hij liet 200 geleerden komen om ze vervolgens in slaap te kletsen.He gathered 200 scientists from all over the Federation, and all he did was put us to sleep.
Ik heb onderzoek gedaan met de grootste geleerden in Europa.I did research with some of the greatest authorities in Europe.
Waar hebben de geleerden hun kennis opgedaan?Where did the scientists get their funding from?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afleren
do
beleren
school
doleren
roam
fileren
fillet
gareren
yarn
gebaren
gesture
geloven
believe
generen
feel embarrassed
gireren
transfer
mĂȘleren
do
paleren
do
poleren
polish
soleren
solo

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

fuiven
junket
fusioneren
shoot dead
gaan
go
garen
yarn
gelasten
charge
gelen
do
gelieven
do
gelijklopen
run parallel
geruststellen
reassure
gevangenzitten
be imprisoned

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?