Foefelen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of foefelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
foefel
I do
foefelt
you do
foefelt
he/she/it does
foefelen
we do
foefelen
you all do
foefelen
they do
Present perfect tense
heb gefoefeld
I have done
hebt gefoefeld
you have done
heeft gefoefeld
he/she/it has done
hebben gefoefeld
we have done
hebben gefoefeld
you all have done
hebben gefoefeld
they have done
Past tense
foefelde
I did
foefelde
you did
foefelde
he/she/it did
foefelden
we did
foefelden
you all did
foefelden
they did
Future tense
zal foefelen
I will do
zult foefelen
you will do
zal foefelen
he/she/it will do
zullen foefelen
we will do
zullen foefelen
you all will do
zullen foefelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou foefelen
I would do
zou foefelen
you would do
zou foefelen
he/she/it would do
zouden foefelen
we would do
zouden foefelen
you all would do
zouden foefelen
they would do
Subjunctive mood
foefele
I do
foefele
you do
foefele
he/she/it do
foefele
we do
foefele
you all do
foefele
they do
Past perfect tense
had gefoefeld
I had done
had gefoefeld
you had done
had gefoefeld
he/she/it had done
hadden gefoefeld
we had done
hadden gefoefeld
you all had done
hadden gefoefeld
they had done
Future perf.
zal gefoefeld hebben
I will have done
zal gefoefeld hebben
you will have done
zal gefoefeld hebben
he/she/it will have done
zullen gefoefeld hebben
we will have done
zullen gefoefeld hebben
you all will have done
zullen gefoefeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefoefeld hebben
I would have done
zou gefoefeld hebben
you would have done
zou gefoefeld hebben
he/she/it would have done
zouden gefoefeld hebben
we would have done
zouden gefoefeld hebben
you all would have done
zouden gefoefeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
foefel
do
foefelt
do

Examples of foefelen

Example in DutchTranslation in English
Waarschijnlijk foefelt ze met de dosis.She's probably cheeking the dose.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fijfelen
do
foezelen
do
fonkelen
sparkle

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

favoriseren
do
fermenteren
ferment
fijnkauwen
chew
fijnknijpen
squish
fijnsnijden
fine cut
flikflooien
cajole
flirten
pinball
focusseren
focus
foerageren
do
frequenteren
freewheel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?