Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Fijfelen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fijfel
fijfelt
fijfelt
fijfelen
fijfelen
fijfelen
Present perfect tense
heb gefijfeld
hebt gefijfeld
heeft gefijfeld
hebben gefijfeld
hebben gefijfeld
hebben gefijfeld
Past tense
fijfelde
fijfelde
fijfelde
fijfelden
fijfelden
fijfelden
Future tense
zal fijfelen
zult fijfelen
zal fijfelen
zullen fijfelen
zullen fijfelen
zullen fijfelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fijfelen
zou fijfelen
zou fijfelen
zouden fijfelen
zouden fijfelen
zouden fijfelen
Subjunctive mood
fijfele
fijfele
fijfele
fijfele
fijfele
fijfele
Past perfect tense
had gefijfeld
had gefijfeld
had gefijfeld
hadden gefijfeld
hadden gefijfeld
hadden gefijfeld
Future perf.
zal gefijfeld hebben
zal gefijfeld hebben
zal gefijfeld hebben
zullen gefijfeld hebben
zullen gefijfeld hebben
zullen gefijfeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefijfeld hebben
zou gefijfeld hebben
zou gefijfeld hebben
zouden gefijfeld hebben
zouden gefijfeld hebben
zouden gefijfeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
fijfel
fijfelt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fiedelen
fiddle
figgelen
do
foefelen
do
sijfelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

duwen
push
erven
inherit
etten
do
exacerberen
evoke
fictionaliseren
fictionalize
figuurzagen
do
fijnhakken
mince
fijnscheuren
fine cracks
flansen
slap together
flemen
cajole

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.