Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Drevelen (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
drevel
drevelt
drevelt
drevelen
drevelen
drevelen
Present perfect tense
heb gedreveld
hebt gedreveld
heeft gedreveld
hebben gedreveld
hebben gedreveld
hebben gedreveld
Past tense
drevelde
drevelde
drevelde
drevelden
drevelden
drevelden
Future tense
zal drevelen
zult drevelen
zal drevelen
zullen drevelen
zullen drevelen
zullen drevelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou drevelen
zou drevelen
zou drevelen
zouden drevelen
zouden drevelen
zouden drevelen
Subjunctive mood
drevele
drevele
drevele
drevele
drevele
drevele
Past perfect tense
had gedreveld
had gedreveld
had gedreveld
hadden gedreveld
hadden gedreveld
hadden gedreveld
Future perf.
zal gedreveld hebben
zal gedreveld hebben
zal gedreveld hebben
zullen gedreveld hebben
zullen gedreveld hebben
zullen gedreveld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedreveld hebben
zou gedreveld hebben
zou gedreveld hebben
zouden gedreveld hebben
zouden gedreveld hebben
zouden gedreveld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
drevel
drevelt

Examples of drevelen

Example in DutchTranslation in English
Hij heeft het raam ingetikt met een drevel.He also took out the window with something like a center punch. What's that?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

duivelen
do
knevelen
pinion
krevelen
do
prevelen
mutter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doorlaten
let through
doorstralen
do
doorvreten
do
doorzetten
push through
drentelen
saunter
dreutelen
do
dribbelen
dribble
drooglopen
run dry
dubbelvouwen
double up
duimelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.