Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Doorsmeren (to anoint) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
smeer door
smeert door
smeert door
smeren door
smeren door
smeren door
Present perfect tense
heb doorgesmeerd
hebt doorgesmeerd
heeft doorgesmeerd
hebben doorgesmeerd
hebben doorgesmeerd
hebben doorgesmeerd
Past tense
smeerde door
smeerde door
smeerde door
smeerden door
smeerden door
smeerden door
Future tense
zal doorsmeren
zult doorsmeren
zal doorsmeren
zullen doorsmeren
zullen doorsmeren
zullen doorsmeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorsmeren
zou doorsmeren
zou doorsmeren
zouden doorsmeren
zouden doorsmeren
zouden doorsmeren
Subjunctive mood
smere door
smere door
smere door
smere door
smere door
smere door
Past perfect tense
had doorgesmeerd
had doorgesmeerd
had doorgesmeerd
hadden doorgesmeerd
hadden doorgesmeerd
hadden doorgesmeerd
Future perf.
zal doorgesmeerd hebben
zal doorgesmeerd hebben
zal doorgesmeerd hebben
zullen doorgesmeerd hebben
zullen doorgesmeerd hebben
zullen doorgesmeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgesmeerd hebben
zou doorgesmeerd hebben
zou doorgesmeerd hebben
zouden doorgesmeerd hebben
zouden doorgesmeerd hebben
zouden doorgesmeerd hebben
Present bijzin tense
doorsmeer
doorsmeert
doorsmeert
doorsmeren
doorsmeren
doorsmeren
Past bijzin tense
doorsmeerde
doorsmeerde
doorsmeerde
doorsmeerden
doorsmeerden
doorsmeerden
Future bijzin tense
zal doorsmeren
zult doorsmeren
zal doorsmeren
zullen doorsmeren
zullen doorsmeren
zullen doorsmeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorsmeren
zou doorsmeren
zou doorsmeren
zouden doorsmeren
zouden doorsmeren
zouden doorsmeren
Subjunctive bijzin mood
doorsmere
doorsmere
doorsmere
doorsmere
doorsmere
doorsmere
Du
Ihr
Imperative mood
smeer door
smeert

Examples of doorsmeren

Example in DutchTranslation in English
Hij smeert zijn pijlen met grote zorg in.He anoints his arrows with great care.
U smeert mijn hoofd met olie in.Thou anointest my head with oil.
Ze is een heks die m'n ziel aan de duivel heeft verbonden. Ze smeert me in met 't bloed van kinderen om me te beschermen.She's a witch who pledged my soul to the devil and anoints me with the blood of infants to keep me safe in battle.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dooraderen
do
doorroeren
stir
doorsturen
forward
doorvoeren
practice

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'anoint':

None found.