Doorlichten (to peruse) conjugation

Dutch

Conjugation of doorlichten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
licht door
I peruse
licht door
you peruse
licht door
he/she/it peruses
lichten door
we peruse
lichten door
you all peruse
lichten door
they peruse
Present perfect tense
heb doorgelicht
I have perused
hebt doorgelicht
you have perused
heeft doorgelicht
he/she/it has perused
hebben doorgelicht
we have perused
hebben doorgelicht
you all have perused
hebben doorgelicht
they have perused
Past tense
lichtte door
I perused
lichtte door
you perused
lichtte door
he/she/it perused
lichtten door
we perused
lichtten door
you all perused
lichtten door
they perused
Future tense
zal doorlichten
I will peruse
zult doorlichten
you will peruse
zal doorlichten
he/she/it will peruse
zullen doorlichten
we will peruse
zullen doorlichten
you all will peruse
zullen doorlichten
they will peruse
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorlichten
I would peruse
zou doorlichten
you would peruse
zou doorlichten
he/she/it would peruse
zouden doorlichten
we would peruse
zouden doorlichten
you all would peruse
zouden doorlichten
they would peruse
Subjunctive mood
lichte door
I peruse
lichte door
you peruse
lichte door
he/she/it peruse
lichte door
we peruse
lichte door
you all peruse
lichte door
they peruse
Past perfect tense
had doorgelicht
I had perused
had doorgelicht
you had perused
had doorgelicht
he/she/it had perused
hadden doorgelicht
we had perused
hadden doorgelicht
you all had perused
hadden doorgelicht
they had perused
Future perf.
zal doorgelicht hebben
I will have perused
zal doorgelicht hebben
you will have perused
zal doorgelicht hebben
he/she/it will have perused
zullen doorgelicht hebben
we will have perused
zullen doorgelicht hebben
you all will have perused
zullen doorgelicht hebben
they will have perused
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgelicht hebben
I would have perused
zou doorgelicht hebben
you would have perused
zou doorgelicht hebben
he/she/it would have perused
zouden doorgelicht hebben
we would have perused
zouden doorgelicht hebben
you all would have perused
zouden doorgelicht hebben
they would have perused
Present bijzin tense
doorlicht
I peruse
doorlicht
you peruse
doorlicht
he/she/it peruses
doorlichten
we peruse
doorlichten
you all peruse
doorlichten
they peruse
Past bijzin tense
doorlichtte
I perused
doorlichtte
you perused
doorlichtte
he/she/it perused
doorlichtten
we perused
doorlichtten
you all perused
doorlichtten
they perused
Future bijzin tense
zal doorlichten
I will peruse
zult doorlichten
you will peruse
zal doorlichten
he/she/it will peruse
zullen doorlichten
we will peruse
zullen doorlichten
you all will peruse
zullen doorlichten
they will peruse
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorlichten
I would peruse
zou doorlichten
you would peruse
zou doorlichten
he/she/it would peruse
zouden doorlichten
we would peruse
zouden doorlichten
you all would peruse
zouden doorlichten
they would peruse
Subjunctive bijzin mood
doorlichte
I peruse
doorlichte
you peruse
doorlichte
he/she/it peruse
doorlichte
we peruse
doorlichte
you all peruse
doorlichte
they peruse
Du
Ihr
Imperative mood
licht door
peruse
licht
peruse

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doortochten
do
doorvechten
do
voorlichten
read

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'peruse':

None found.
Learning languages?