Desisteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of desisteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
desisteer
I do
desisteert
you do
desisteert
he/she/it does
desisteren
we do
desisteren
you all do
desisteren
they do
Present perfect tense
heb gedesisteerd
I have done
hebt gedesisteerd
you have done
heeft gedesisteerd
he/she/it has done
hebben gedesisteerd
we have done
hebben gedesisteerd
you all have done
hebben gedesisteerd
they have done
Past tense
desisteerde
I did
desisteerde
you did
desisteerde
he/she/it did
desisteerden
we did
desisteerden
you all did
desisteerden
they did
Future tense
zal desisteren
I will do
zult desisteren
you will do
zal desisteren
he/she/it will do
zullen desisteren
we will do
zullen desisteren
you all will do
zullen desisteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou desisteren
I would do
zou desisteren
you would do
zou desisteren
he/she/it would do
zouden desisteren
we would do
zouden desisteren
you all would do
zouden desisteren
they would do
Subjunctive mood
desistere
I do
desistere
you do
desistere
he/she/it do
desistere
we do
desistere
you all do
desistere
they do
Past perfect tense
had gedesisteerd
I had done
had gedesisteerd
you had done
had gedesisteerd
he/she/it had done
hadden gedesisteerd
we had done
hadden gedesisteerd
you all had done
hadden gedesisteerd
they had done
Future perf.
zal gedesisteerd hebben
I will have done
zal gedesisteerd hebben
you will have done
zal gedesisteerd hebben
he/she/it will have done
zullen gedesisteerd hebben
we will have done
zullen gedesisteerd hebben
you all will have done
zullen gedesisteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedesisteerd hebben
I would have done
zou gedesisteerd hebben
you would have done
zou gedesisteerd hebben
he/she/it would have done
zouden gedesisteerd hebben
we would have done
zouden gedesisteerd hebben
you all would have done
zouden gedesisteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
desisteer
do
desisteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

assisteren
assist
degusteren
taste
deserteren
leaven
insisteren
insist
resisteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?