Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Completeren (to complement) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
completeer
completeert
completeert
completeren
completeren
completeren
Present perfect tense
heb gecompleteerd
hebt gecompleteerd
heeft gecompleteerd
hebben gecompleteerd
hebben gecompleteerd
hebben gecompleteerd
Past tense
completeerde
completeerde
completeerde
completeerden
completeerden
completeerden
Future tense
zal completeren
zult completeren
zal completeren
zullen completeren
zullen completeren
zullen completeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou completeren
zou completeren
zou completeren
zouden completeren
zouden completeren
zouden completeren
Subjunctive mood
completere
completere
completere
completere
completere
completere
Past perfect tense
had gecompleteerd
had gecompleteerd
had gecompleteerd
hadden gecompleteerd
hadden gecompleteerd
hadden gecompleteerd
Future perf.
zal gecompleteerd hebben
zal gecompleteerd hebben
zal gecompleteerd hebben
zullen gecompleteerd hebben
zullen gecompleteerd hebben
zullen gecompleteerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecompleteerd hebben
zou gecompleteerd hebben
zou gecompleteerd hebben
zouden gecompleteerd hebben
zouden gecompleteerd hebben
zouden gecompleteerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
completeer
completeert

Examples of completeren

Example in DutchTranslation in English
Fluitjesoorbellen en honkbalpet completeren deze outfit... voor meisjes die de toon zetten.Her whistle earrings and necklace and black baseball cap... complement this carefree and spirited look with the girl... who's playing the field and calling all the plays.
Jij zoekt iemand om je leven te completeren niet om dat te delen.You want somebody to complement your life, Shirley, as opposed to being part of it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

compacteren
compact
compliceren
complicate
composteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

brunchen
brunch
cementeren
do
claimen
claim
coderen
encode
competiteren
do
complementeren
complement
compliceren
complicate
condenseren
condense
conflicteren
conflict
consacreren
consecrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'complement':

None found.