Bewateren (to water) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of bewateren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bewater
I water
bewatert
you water
bewatert
he/she/it waters
bewateren
we water
bewateren
you all water
bewateren
they water
Present perfect tense
heb bewaterd
I have watered
hebt bewaterd
you have watered
heeft bewaterd
he/she/it has watered
hebben bewaterd
we have watered
hebben bewaterd
you all have watered
hebben bewaterd
they have watered
Past tense
bewaterde
I watered
bewaterde
you watered
bewaterde
he/she/it watered
bewaterden
we watered
bewaterden
you all watered
bewaterden
they watered
Future tense
zal bewateren
I will water
zult bewateren
you will water
zal bewateren
he/she/it will water
zullen bewateren
we will water
zullen bewateren
you all will water
zullen bewateren
they will water
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bewateren
I would water
zou bewateren
you would water
zou bewateren
he/she/it would water
zouden bewateren
we would water
zouden bewateren
you all would water
zouden bewateren
they would water
Subjunctive mood
bewatere
I water
bewatere
you water
bewatere
he/she/it water
bewatere
we water
bewatere
you all water
bewatere
they water
Past perfect tense
had bewaterd
I had watered
had bewaterd
you had watered
had bewaterd
he/she/it had watered
hadden bewaterd
we had watered
hadden bewaterd
you all had watered
hadden bewaterd
they had watered
Future perf.
zal bewaterd hebben
I will have watered
zal bewaterd hebben
you will have watered
zal bewaterd hebben
he/she/it will have watered
zullen bewaterd hebben
we will have watered
zullen bewaterd hebben
you all will have watered
zullen bewaterd hebben
they will have watered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bewaterd hebben
I would have watered
zou bewaterd hebben
you would have watered
zou bewaterd hebben
he/she/it would have watered
zouden bewaterd hebben
we would have watered
zouden bewaterd hebben
you all would have watered
zouden bewaterd hebben
they would have watered
Du
Ihr
Imperative mood
bewater
water
bewatert
water

Examples of bewateren

Example in DutchTranslation in English
"En we hebben liefde om hen te bewateren.'And we have love to water them.
Dat is Joe Mondragon's bonenveld, en het lijkt erop dat hij ze weer aan het bewateren is.That is Joe Mondragon's bean field, and it looks like he's watered it again.
De gewassen bewateren.- That is, when the water is flooded on the crops.
Ik ga de lelie bewateren.I'm going to go water the lily.
Elke dag leveren deze magische netten bijna 500 liter water op... waarmee Orlando een paar plantjes in het zand bewatert.Each day, these magical nets produce nearly 500 litres of water which allows Orlando to nurture a few plants in the sand.
Hij bewatert hem... met zijn eigen zweet.He waters it with the sweat of his own brow.
De vlakte is overal goed bewaterd... vruchtbaar met vruchten van de aarde... zoals de tuin van de Heer.The plain is well-watered everywhere... ...fertilewithfruitsoftheearth... ...evenas theGardenoftheLord.
Ik heb hem met m'n urine bewaterd.I watered it with my urine.
Je hebt al de vissen en het zeegras bewaterd.You watered all the fish and seaweeds.
Mr Jacobs, je zal blij zijn dat ik de planten bewaterd heb en je pakken heb opgehaald.Mr. Jacobs, you'll be happy to know that I have watered your plants and picked up your suits.
Onkruid dat de paarden hebben bewaterd.They're weeds... weeds that the horses have watered.
'En in die nacht kwam het bewaterde zaadje tot bloei.'And that night, the seed that had been watered blossomed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afwateren
drain
beboteren
do
inwateren
water in

Similar but longer

bedwateren
fool

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'water':

None found.
Learning languages?