Beboteren (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of beboteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beboter
I do
bebotert
you do
bebotert
he/she/it does
beboteren
we do
beboteren
you all do
beboteren
they do
Present perfect tense
heb beboterd
I have done
hebt beboterd
you have done
heeft beboterd
he/she/it has done
hebben beboterd
we have done
hebben beboterd
you all have done
hebben beboterd
they have done
Past tense
beboterde
I did
beboterde
you did
beboterde
he/she/it did
beboterden
we did
beboterden
you all did
beboterden
they did
Future tense
zal beboteren
I will do
zult beboteren
you will do
zal beboteren
he/she/it will do
zullen beboteren
we will do
zullen beboteren
you all will do
zullen beboteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beboteren
I would do
zou beboteren
you would do
zou beboteren
he/she/it would do
zouden beboteren
we would do
zouden beboteren
you all would do
zouden beboteren
they would do
Subjunctive mood
bebotere
I do
bebotere
you do
bebotere
he/she/it do
bebotere
we do
bebotere
you all do
bebotere
they do
Past perfect tense
had beboterd
I had done
had beboterd
you had done
had beboterd
he/she/it had done
hadden beboterd
we had done
hadden beboterd
you all had done
hadden beboterd
they had done
Future perf.
zal beboterd hebben
I will have done
zal beboterd hebben
you will have done
zal beboterd hebben
he/she/it will have done
zullen beboterd hebben
we will have done
zullen beboterd hebben
you all will have done
zullen beboterd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beboterd hebben
I would have done
zou beboterd hebben
you would have done
zou beboterd hebben
he/she/it would have done
zouden beboterd hebben
we would have done
zouden beboterd hebben
you all would have done
zouden beboterd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
beboter
do
bebotert
do

Examples of beboteren

Example in DutchTranslation in English
Maar als het broodje in de oven ligt, ga ik de boel niet meer beboteren.But long story short, once there's a bun in the oven I don't feel the need to butter it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bewateren
water
saboteren
saber

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?