Bespuiten (to spray) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of bespuiten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bespuit
I spray
bespuit
you spray
bespuit
he/she/it sprays
bespuiten
we spray
bespuiten
you all spray
bespuiten
they spray
Present perfect tense
heb bespoten
I have sprayed
hebt bespoten
you have sprayed
heeft bespoten
he/she/it has sprayed
hebben bespoten
we have sprayed
hebben bespoten
you all have sprayed
hebben bespoten
they have sprayed
Past tense
bespoot
I sprayed
bespoot
you sprayed
bespoot
he/she/it sprayed
bespoten
we sprayed
bespoten
you all sprayed
bespoten
they sprayed
Future tense
zal bespuiten
I will spray
zult bespuiten
you will spray
zal bespuiten
he/she/it will spray
zullen bespuiten
we will spray
zullen bespuiten
you all will spray
zullen bespuiten
they will spray
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bespuiten
I would spray
zou bespuiten
you would spray
zou bespuiten
he/she/it would spray
zouden bespuiten
we would spray
zouden bespuiten
you all would spray
zouden bespuiten
they would spray
Subjunctive mood
bespuite
I spray
bespuite
you spray
bespuite
he/she/it spray
bespuite
we spray
bespuite
you all spray
bespuite
they spray
Past perfect tense
had bespoten
I had sprayed
had bespoten
you had sprayed
had bespoten
he/she/it had sprayed
hadden bespoten
we had sprayed
hadden bespoten
you all had sprayed
hadden bespoten
they had sprayed
Future perf.
zal bespoten hebben
I will have sprayed
zal bespoten hebben
you will have sprayed
zal bespoten hebben
he/she/it will have sprayed
zullen bespoten hebben
we will have sprayed
zullen bespoten hebben
you all will have sprayed
zullen bespoten hebben
they will have sprayed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bespoten hebben
I would have sprayed
zou bespoten hebben
you would have sprayed
zou bespoten hebben
he/she/it would have sprayed
zouden bespoten hebben
we would have sprayed
zouden bespoten hebben
you all would have sprayed
zouden bespoten hebben
they would have sprayed
Du
Ihr
Imperative mood
bespuit
spray
bespuit
spray

Examples of bespuiten

Example in DutchTranslation in English
Dacht jij dat je zomaar een politieauto kan bespuiten?You think you can spray-paint your gang crap on a police car and get away with it?
Die de mogelijkheid geeft de aanvaller te bespuiten én tegelijkertijd te fotograferen.Which allows the attacker to spraying while shooting.
Hé, over prestaties gesproken... ze gaan m'n kantoortje misschien bespuiten tegen teken.No kidding? Hey, speaking of achievers, they're thinking of spraying your old man's workspace for ticks.
Ik ben hier niet om insecten te bespuiten.Excuse me, sir, but I didn't come to spray insects.
Ik ga je neus bespuiten met een vaatvernauwend middel.Can you make that stop? I'm gonna spray your nose with a vasoconstrictor.
Dit bespuit en steriliseerd elke gast die bij je in huis komt.This actually sprays and sterilizes every guest that enters your home.
Elke morgen bespuit ik elke voet even...I just spray a little on each foot every morning...
Ik bespuit hem...First he's sprayed with a...
Ik bespuit hem.I'm gonna spray him, ok?
Je bespuit de bladeren.Well, it's the leaves you spray.
'En het katoen was bespoten met een glimmende substantie... 'glinsterend als Kerstboomsneeuw.'"And the cotton, "because it had been sprayed with a glossy substance, "twinkled like Christmas tree snow.
- Fiderer, is bespoten met een onbekende substantie.- Fiderer was sprayed with an unknown agent.
- Je had me al eens met pepperspray bespoten.She already pepper-sprayed me once.
-We zijn allemaal bespoten op de Academie, maar ik weet vrij zeker dat jij niet op kwam dagen die dag.We all got sprayed in the Academy, but I'm pretty sure you didn't turn up that day, mate.
Agent Epstein, toen je bespoten werd met peperspray, deed dat pijn?Officer Epstein, when you were pepper-sprayed, did it hurt?
- U pikte hen op, bespoot hen met traangas, sloeg hen dood met een steigerpijp, en begroef hen in een steengroeve of in het kreupelhout.- You picked both of them up, with your minicab and you sprayed them with Mace, beat them to death with a scaffold bar... ..and then you buried them - one in a quarry, the other in scrubland.
- Ze bespoot hem.She sprayed him! She gassed him!
En dan bespoot ik de hele kamer.And then I sprayed the whole room.
Ik bespoot het met BlueStar.I sprayed it with BlueStar.
Ik bespoot mezelf.l sprayed myself.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afspuiten
spray
besluiten
decide
bespatten
splash
bespotten
wash
inspuiten
inject
opspuiten
spirt

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

beschreeuwen
do
beschutten
protect
besmeren
decide
bespeuren
perceive
bespiegelen
reflect on
besprenkelen
sprinkle
bespugen
spit
bespuwen
spatter
bestikken
do
betomen
restrain

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'spray':

None found.
Learning languages?