Bescheiden (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of bescheiden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bescheid
I do
bescheidt
you do
bescheidt
he/she/it does
bescheiden
we do
bescheiden
you all do
bescheiden
they do
Present perfect tense
heb bescheiden
I have done
hebt bescheiden
you have done
heeft bescheiden
he/she/it has done
hebben bescheiden
we have done
hebben bescheiden
you all have done
hebben bescheiden
they have done
Past tense
bescheidde
I did
bescheidde
you did
bescheidde
he/she/it did
bescheidden
we did
bescheidden
you all did
bescheidden
they did
Future tense
zal bescheiden
I will do
zult bescheiden
you will do
zal bescheiden
he/she/it will do
zullen bescheiden
we will do
zullen bescheiden
you all will do
zullen bescheiden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bescheiden
I would do
zou bescheiden
you would do
zou bescheiden
he/she/it would do
zouden bescheiden
we would do
zouden bescheiden
you all would do
zouden bescheiden
they would do
Subjunctive mood
bescheide
I do
bescheide
you do
bescheide
he/she/it do
bescheide
we do
bescheide
you all do
bescheide
they do
Past perfect tense
had bescheiden
I had done
had bescheiden
you had done
had bescheiden
he/she/it had done
hadden bescheiden
we had done
hadden bescheiden
you all had done
hadden bescheiden
they had done
Future perf.
zal bescheiden hebben
I will have done
zal bescheiden hebben
you will have done
zal bescheiden hebben
he/she/it will have done
zullen bescheiden hebben
we will have done
zullen bescheiden hebben
you all will have done
zullen bescheiden hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bescheiden hebben
I would have done
zou bescheiden hebben
you would have done
zou bescheiden hebben
he/she/it would have done
zouden bescheiden hebben
we would have done
zouden bescheiden hebben
you all would have done
zouden bescheiden hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bescheid
do
bescheidt
do

Examples of bescheiden

Example in DutchTranslation in English
- Bedankt. ..kon weten dat de onfortuinlijke weduwe... haar spaargeld daar bewaarde in plaats van bij de bank... en dat Harold Taylor zich haar bescheiden vermogen wilde toe-eigenen....had every opportunity of knowing the unfortunate widow kept her life savings there instead of in the bank and that Harold Taylor was bent on securing her meager fortune.
- Ben nu niet bescheiden.- Now, don't be modest.
- De dokter is te bescheiden.- The doctor's modest.
- Doe niet zo bescheiden.Hey, don't be so modest.
- Een bescheiden talent.You do? - Well, moderately.
Hij was een bescheidde en nederige jongeman en een getalenteerd musici, maar vooral een gepassioneerd schilder, wat velen van jullie niet wisten.While he was an incredibly modest and humble young man and a gifted musician, what many of you didn't know was that his real passion and love was for painting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afscheiden
skive
beschenken
endow
beschermen
protect
bescheuren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bemannen
man
beogen
practice
berekenen
calculate
beringen
do
beroeren
touch
beschaven
civilize
beschenken
endow
beschimpen
scoff
beschouwen
consider
beslapen
sleep on

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?