Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

beroken

to fume

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of beroken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
berook
I fume
berookt
you fume
berookt
he/she/it fumes
beroken
we fume
beroken
you all fume
beroken
they fume
Present perfect tense
heb berookt
I have fumed
hebt berookt
you have fumed
heeft berookt
he/she/it has fumed
hebben berookt
we have fumed
hebben berookt
you all have fumed
hebben berookt
they have fumed
Past tense
berookte
I fumed
berookte
you fumed
berookte
he/she/it fumed
berookten
we fumed
berookten
you all fumed
berookten
they fumed
Future tense
zal beroken
I will fume
zult beroken
you will fume
zal beroken
he/she/it will fume
zullen beroken
we will fume
zullen beroken
you all will fume
zullen beroken
they will fume
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beroken
I would fume
zou beroken
you would fume
zou beroken
he/she/it would fume
zouden beroken
we would fume
zouden beroken
you all would fume
zouden beroken
they would fume
Subjunctive mood
beroke
I fume
beroke
you fume
beroke
he/she/it fume
beroke
we fume
beroke
you all fume
beroke
they fume
Past perfect tense
had berookt
I had fumed
had berookt
you had fumed
had berookt
he/she/it had fumed
hadden berookt
we had fumed
hadden berookt
you all had fumed
hadden berookt
they had fumed
Future perf.
zal berookt hebben
I will have fumed
zal berookt hebben
you will have fumed
zal berookt hebben
he/she/it will have fumed
zullen berookt hebben
we will have fumed
zullen berookt hebben
you all will have fumed
zullen berookt hebben
they will have fumed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou berookt hebben
I would have fumed
zou berookt hebben
you would have fumed
zou berookt hebben
he/she/it would have fumed
zouden berookt hebben
we would have fumed
zouden berookt hebben
you all would have fumed
zouden berookt hebben
they would have fumed
Du
Ihr
Imperative mood
berook
fume
berookt
fume

Examples of beroken

We moesten hem beroken en buiten de jouwe... vonden we er een die aan Royce Walker toebehoort.

We had to fume it, but besides yours, we found one belonging to Royce Walker.

Ik heb de spuit berookt die in de afvalbak van de kleedkamer gevonden is.

I fumed the syringe I found In the players' locker room trash.