Afwikkelen (to unwind) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of afwikkelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wikkel af
I unwind
wikkelt af
you unwind
wikkelt af
he/she/it unwinds
wikkelen af
we unwind
wikkelen af
you all unwind
wikkelen af
they unwind
Present perfect tense
heb afgewikkeld
I have unwound
hebt afgewikkeld
you have unwound
heeft afgewikkeld
he/she/it has unwound
hebben afgewikkeld
we have unwound
hebben afgewikkeld
you all have unwound
hebben afgewikkeld
they have unwound
Past tense
wikkelde af
I unwound
wikkelde af
you unwound
wikkelde af
he/she/it unwound
wikkelden af
we unwound
wikkelden af
you all unwound
wikkelden af
they unwound
Future tense
zal afwikkelen
I will unwind
zult afwikkelen
you will unwind
zal afwikkelen
he/she/it will unwind
zullen afwikkelen
we will unwind
zullen afwikkelen
you all will unwind
zullen afwikkelen
they will unwind
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afwikkelen
I would unwind
zou afwikkelen
you would unwind
zou afwikkelen
he/she/it would unwind
zouden afwikkelen
we would unwind
zouden afwikkelen
you all would unwind
zouden afwikkelen
they would unwind
Subjunctive mood
wikkele af
I unwind
wikkele af
you unwind
wikkele af
he/she/it unwind
wikkele af
we unwind
wikkele af
you all unwind
wikkele af
they unwind
Past perfect tense
had afgewikkeld
I had unwound
had afgewikkeld
you had unwound
had afgewikkeld
he/she/it had unwound
hadden afgewikkeld
we had unwound
hadden afgewikkeld
you all had unwound
hadden afgewikkeld
they had unwound
Future perf.
zal afgewikkeld hebben
I will have unwound
zal afgewikkeld hebben
you will have unwound
zal afgewikkeld hebben
he/she/it will have unwound
zullen afgewikkeld hebben
we will have unwound
zullen afgewikkeld hebben
you all will have unwound
zullen afgewikkeld hebben
they will have unwound
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgewikkeld hebben
I would have unwound
zou afgewikkeld hebben
you would have unwound
zou afgewikkeld hebben
he/she/it would have unwound
zouden afgewikkeld hebben
we would have unwound
zouden afgewikkeld hebben
you all would have unwound
zouden afgewikkeld hebben
they would have unwound
Present bijzin tense
afwikkel
I unwind
afwikkelt
you unwind
afwikkelt
he/she/it unwinds
afwikkelen
we unwind
afwikkelen
you all unwind
afwikkelen
they unwind
Past bijzin tense
afwikkelde
I unwound
afwikkelde
you unwound
afwikkelde
he/she/it unwound
afwikkelden
we unwound
afwikkelden
you all unwound
afwikkelden
they unwound
Future bijzin tense
zal afwikkelen
I will unwind
zult afwikkelen
you will unwind
zal afwikkelen
he/she/it will unwind
zullen afwikkelen
we will unwind
zullen afwikkelen
you all will unwind
zullen afwikkelen
they will unwind
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afwikkelen
I would unwind
zou afwikkelen
you would unwind
zou afwikkelen
he/she/it would unwind
zouden afwikkelen
we would unwind
zouden afwikkelen
you all would unwind
zouden afwikkelen
they would unwind
Subjunctive bijzin mood
afwikkele
I unwind
afwikkele
you unwind
afwikkele
he/she/it unwind
afwikkele
we unwind
afwikkele
you all unwind
afwikkele
they unwind
Du
Ihr
Imperative mood
wikkel af
unwind
wikkelt af
unwind

Examples of afwikkelen

Example in DutchTranslation in English
Haar web wikkelt af.Her web is unwinding.
Per ongeluk viel er een cocon in het hete water... en toen ontdekte ze... dat de draden van de cocon konden worden afgewikkeld... en er garen van over bleef... dat sterk genoeg bleek om ermee te kunnen weven.She accidentally dropped a cocoon into the hot water... and then she discovered that a cocoon's fibers could be unwound, and a thread could be obtained from it-- one that was strong enough for weaving.
Als je dat systeem afwikkelt en de rimpels herleidt... kun je het punt in de tijd vinden... waarop dat ringvlak werd gekanteld.If you unwind that system and work back out the ripples, you can find out the point in time when that ring plane had gotten tilted over.
De geboorte van een nieuw DNA molecuul begint als een proteïne die het afwikkelt de twee strengen van de dubbele helix scheidt, en de sporten uit elkaar trekt.The birth of a new DNA molecule begins when an unwinding protein separates the two strands of the double helix breaking the rungs apart.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

affakkelen
do
afsukkelen
do
afwimpelen
brush off
afwisselen
alternate
inwikkelen
envelop
omwikkelen
lap

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afstrijden
do
aftaaien
piss off
afvijzen
do
afvlakken
smooth
afwaarderen
downgrade
afwandelen
walk down
afwassen
wash up
afwijzen
reject
afwimpelen
brush off
afzanden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'unwind':

None found.
Learning languages?