Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
inwikkelen
to envelop
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
inwikkelen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wikkel in
I envelop
wikkelt in
you envelop
wikkelt in
he/she/it envelops
wikkelen in
we envelop
wikkelen in
you all envelop
wikkelen in
they envelop
Present perfect tense
heb ingewikkeld
I have enveloped
hebt ingewikkeld
you have enveloped
heeft ingewikkeld
he/she/it has enveloped
hebben ingewikkeld
we have enveloped
hebben ingewikkeld
you all have enveloped
hebben ingewikkeld
they have enveloped
Past tense
wikkelde in
I enveloped
wikkelde in
you enveloped
wikkelde in
he/she/it enveloped
wikkelden in
we enveloped
wikkelden in
you all enveloped
wikkelden in
they enveloped
Future tense
zal inwikkelen
I will envelop
zult inwikkelen
you will envelop
zal inwikkelen
he/she/it will envelop
zullen inwikkelen
we will envelop
zullen inwikkelen
you all will envelop
zullen inwikkelen
they will envelop
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inwikkelen
I would envelop
zou inwikkelen
you would envelop
zou inwikkelen
he/she/it would envelop
zouden inwikkelen
we would envelop
zouden inwikkelen
you all would envelop
zouden inwikkelen
they would envelop
Subjunctive mood
wikkele in
I envelop
wikkele in
you envelop
wikkele in
he/she/it envelop
wikkele in
we envelop
wikkele in
you all envelop
wikkele in
they envelop
Past perfect tense
had ingewikkeld
I had enveloped
had ingewikkeld
you had enveloped
had ingewikkeld
he/she/it had enveloped
hadden ingewikkeld
we had enveloped
hadden ingewikkeld
you all had enveloped
hadden ingewikkeld
they had enveloped
Future perf.
zal ingewikkeld hebben
I will have enveloped
zal ingewikkeld hebben
you will have enveloped
zal ingewikkeld hebben
he/she/it will have enveloped
zullen ingewikkeld hebben
we will have enveloped
zullen ingewikkeld hebben
you all will have enveloped
zullen ingewikkeld hebben
they will have enveloped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingewikkeld hebben
I would have enveloped
zou ingewikkeld hebben
you would have enveloped
zou ingewikkeld hebben
he/she/it would have enveloped
zouden ingewikkeld hebben
we would have enveloped
zouden ingewikkeld hebben
you all would have enveloped
zouden ingewikkeld hebben
they would have enveloped
Present bijzin tense
inwikkel
I envelop
inwikkelt
you envelop
inwikkelt
he/she/it envelops
inwikkelen
we envelop
inwikkelen
you all envelop
inwikkelen
they envelop
Past bijzin tense
inwikkelde
I enveloped
inwikkelde
you enveloped
inwikkelde
he/she/it enveloped
inwikkelden
we enveloped
inwikkelden
you all enveloped
inwikkelden
they enveloped
Future bijzin tense
zal inwikkelen
I will envelop
zult inwikkelen
you will envelop
zal inwikkelen
he/she/it will envelop
zullen inwikkelen
we will envelop
zullen inwikkelen
you all will envelop
zullen inwikkelen
they will envelop
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inwikkelen
I would envelop
zou inwikkelen
you would envelop
zou inwikkelen
he/she/it would envelop
zouden inwikkelen
we would envelop
zouden inwikkelen
you all would envelop
zouden inwikkelen
they would envelop
Subjunctive bijzin mood
inwikkele
I envelop
inwikkele
you envelop
inwikkele
he/she/it envelop
inwikkele
we envelop
inwikkele
you all envelop
inwikkele
they envelop
Du
Ihr
Imperative mood
wikkel in
envelop
wikkelt in
envelop
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
inwikkelen
RELATED PAGES
afwikkelen
unwind
inwisselen
exchange
omwikkelen
lap
Back to Top