Afwisselen (to alternate) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of afwisselen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wissel af
I alternate
wisselt af
you alternate
wisselt af
he/she/it alternates
wisselen af
we alternate
wisselen af
you all alternate
wisselen af
they alternate
Present perfect tense
heb afgewisseld
I have alternated
hebt afgewisseld
you have alternated
heeft afgewisseld
he/she/it has alternated
hebben afgewisseld
we have alternated
hebben afgewisseld
you all have alternated
hebben afgewisseld
they have alternated
Past tense
wisselde af
I alternated
wisselde af
you alternated
wisselde af
he/she/it alternated
wisselden af
we alternated
wisselden af
you all alternated
wisselden af
they alternated
Future tense
zal afwisselen
I will alternate
zult afwisselen
you will alternate
zal afwisselen
he/she/it will alternate
zullen afwisselen
we will alternate
zullen afwisselen
you all will alternate
zullen afwisselen
they will alternate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afwisselen
I would alternate
zou afwisselen
you would alternate
zou afwisselen
he/she/it would alternate
zouden afwisselen
we would alternate
zouden afwisselen
you all would alternate
zouden afwisselen
they would alternate
Subjunctive mood
wissele af
I alternate
wissele af
you alternate
wissele af
he/she/it alternate
wissele af
we alternate
wissele af
you all alternate
wissele af
they alternate
Past perfect tense
had afgewisseld
I had alternated
had afgewisseld
you had alternated
had afgewisseld
he/she/it had alternated
hadden afgewisseld
we had alternated
hadden afgewisseld
you all had alternated
hadden afgewisseld
they had alternated
Future perf.
zal afgewisseld hebben
I will have alternated
zal afgewisseld hebben
you will have alternated
zal afgewisseld hebben
he/she/it will have alternated
zullen afgewisseld hebben
we will have alternated
zullen afgewisseld hebben
you all will have alternated
zullen afgewisseld hebben
they will have alternated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgewisseld hebben
I would have alternated
zou afgewisseld hebben
you would have alternated
zou afgewisseld hebben
he/she/it would have alternated
zouden afgewisseld hebben
we would have alternated
zouden afgewisseld hebben
you all would have alternated
zouden afgewisseld hebben
they would have alternated
Present bijzin tense
afwissel
I alternate
afwisselt
you alternate
afwisselt
he/she/it alternates
afwisselen
we alternate
afwisselen
you all alternate
afwisselen
they alternate
Past bijzin tense
afwisselde
I alternated
afwisselde
you alternated
afwisselde
he/she/it alternated
afwisselden
we alternated
afwisselden
you all alternated
afwisselden
they alternated
Future bijzin tense
zal afwisselen
I will alternate
zult afwisselen
you will alternate
zal afwisselen
he/she/it will alternate
zullen afwisselen
we will alternate
zullen afwisselen
you all will alternate
zullen afwisselen
they will alternate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afwisselen
I would alternate
zou afwisselen
you would alternate
zou afwisselen
he/she/it would alternate
zouden afwisselen
we would alternate
zouden afwisselen
you all would alternate
zouden afwisselen
they would alternate
Subjunctive bijzin mood
afwissele
I alternate
afwissele
you alternate
afwissele
he/she/it alternate
afwissele
we alternate
afwissele
you all alternate
afwissele
they alternate
Du
Ihr
Imperative mood
wissel af
alternate
wisselt af
alternate

Examples of afwisselen

Example in DutchTranslation in English
- Ja, ik moet ze afwisselen.- Yes, I have to alternate.
Het is maar een treinrit van 4 uur tijd, dus, we kunnen de weekends afwisselen, of iets anders.It's like a four-hour train ride, so, we could alternate weekends, whatever.
Ik heb besloten dat we zullen afwisselen.I have decided that we will alternate.
Ik kan afwisselen, ik kan alle spanning verlagen, ik hoef geen liefdadigheid.I can alternate, I can release all the tension I want. I don't need your charity.
Je moet daar kijken waar absorptie en reflectie elkaar afwisselen.You got to see where absorption and reflection alternate.
Nee, het, euh, wisselt af tussen dit en historische documentaires.No, it, uh, alternates between this and historical documentaries.
Nee, het, wisselt af tussen dit en historische documentaires.No, it, uh, alternates between this and historical documentaries.
Dat plaatsen we dus op donderdag, de andere groepen wisselen af met het bovenstaande. Vragen?Picture deadline is Thursday and finals study groups alternate with all of the above.
Tariq en Smoke, jullie wisselen af aan de radio.Tariq and Smoke, you alternate on the radio.
Intense droogte afgewisseld door stormen en moessons.Punishing drought alternated with storms and monsoons.
Ik wisselde af.Kind of... alternated.
Als ik de stuwraketten afwissel, kan ik misschien wegkomen.Captain... if l alternate thrusters, l might be able to break us free.
'Ik blaas afwisselend hete en koude lucht.'I will blow alternatingly hot and cool. "
50/50 verdeling, afwisselend wie de show sluit elke avond.50/50 split, alternating who closes the show every night.
En denk eraan, afwisselend koude en warme kompressen helpen goed bij krampen.A - And remember, alternating an ice pack with a heating pad is, uh, very helpful for spasming.
Er zijn afwisselend rijen van solide ringen en rijen van nagelringen.Made of wrought iron, it's alternating rows of solid rings and riveted rings.
Eén auto per rijbaan, die afwisselend invoegen.One car per lane, alternating at the drivers' discretion.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afwikkelen
unwind
afwimpelen
brush off
inwisselen
exchange
omwisselen
change places

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'alternate':

None found.
Learning languages?